socialisatie en referentiekader

Sociaal-Maatschappelijke Dimensie 
Sociaal maatschappelijke dimensie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Sociaal-Maatschappelijke Dimensie 
Sociaal maatschappelijke dimensie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarde

Iets wat een persoon of een groep belangrijk vindt in het leven.

Vaak één woord.
Eindigt meestal op - heid, zoals eerlijkheid.
Norm

Een idee over wat normaal is of een regel over hoe je je moet gedragen.

Een norm helpt je om je waarden te bereiken.
Sommige normen gelden voor iedereen:
- ongeschreven regels
- geschreven regels

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit het regeerprogramma
"Het kabinet accepteert het niet dat mensen de Nederlandse waarden zoals vastgelegd in de democratische rechtsorde niet respecteren en onderschrijven." 


Slide 7 - Tekstslide

Een politiek systeem (democratische rechtsstaat), waarin de verhouding tussen overheid en burgers wordt georganiseerd.
En als een wijze van samenleven (een open samenleving), waarin verhoudingen tussen burgers onderling worden georganiseerd.

Tegen de democratische rechtsorde:
- haatzaaien
- stigmatiseren

Uit het regeerprogramma
"Een samenleving die staat voor waarden als vrijheid
en gelijkheid, waarden die de basis vormen voor een
tolerante en respectvolle omgang met elkaar, een
samenleving waarin iedereen de kans krijgt om zich te
ontplooien en waar je kunt zijn wie je bent." 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De weg naar Chichester

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De weg naar Chichester
1. Lees het verhaal.
2. Plaats de zes personen uit het verhaal in een 'morele' volgorde.
Wie heeft er het meest juist gehandeld? --> 1
Wie heeft er het minst juist gehandeld? --> 6
Leg je keuze uit! 
3. Welke waarde staat centraal bij de hoofdpersonen?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Referentiekader
Het geheel van kennis, ideeën, ervaringen en overtuigingen van waaruit iemand denkt en handelt.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Werk in een tweetal
  • 1 van de 2 beeld zich een huis in
  • De ander mag 5 vragen stellen over het huis
  • Je tekent allebei het huis wat je in gedachte hebt (zonder dit van elkaar te zien)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vergelijk
Laat de tekening aan elkaar zien
  • Wat zijn de verschillen?
  • Van welke 'vanzelfsprekendheden' zijn jullie uitgegaan?
  • Wat zegt dit over je referentiekaders?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Referentiekader
  • Je interpretatie van een boodschap wordt bepaald door je referentiekader:
    persoonlijke waarden, normen, kennis en ervaring. Het bepaalt de manier waarop je tegen gebeurtenissen aankijkt. 
  • Jouw referentiekader wijkt af van dat van anderen, dus dat kan ervoor zorgen dat je boodschappen anders opvat dan ze bedoeld zijn.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Referentiekader
  • Waarden, normen
  • Opvoeding
  • Leefsituatie
  • Je werk
  • De media
  • Je vrienden
  • Hoe je geleerd hebt met elkaar om te gaan

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: referentiekader
Geef antwoord op de volgende vragen:
1.Beschrijf in het kort hoe je bent opgevoed. Zijn je ouders streng met veel regels, laten ze je heel vrij of voeden ze je democratisch op (van allebei wat). 
3. Beschrijf of je in een dorp of een stad woont. Zet erbij wat je hiervan vindt.
4. Heb je een baantje? Zo ja, waar werk je en hoe vind je dit?
5. Welke social media gebruik je? Hoe vaak gebruik je dit?
6. Met wie ga je het meest om? Met mensen van school of buiten school, met mensen die je kent van een sport of familie of .....

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening referentiekader:
Zoek bij de volgende emoties een afbeelding die jou aanspreekt
1. vrolijk
2. verdrietig
3. verbaasd
4. geïrriteerd
5. geschrokken
Vergelijk de afbeeldingen met je buurman/vrouw

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kuddegedrag

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rolpatronen: gedrag dat we van elkaar in bepaalde situaties verwachten.
Er is rolbevestigend gedrag en roldoorbrekend gedrag.
Sociale identiteit: je identiteit als lid van een groep.
Groepsgedrag: gedrag van leden van een groep dat typisch is voor wat binnen de groep normaal is.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedrijfscultuur
Elke werkplek heeft zo zijn eigen bedrijfscultuur en vormt daarmee een mini-samenleving. 
Hoe ga je om met diversiteit op de werkvloer? Hoe reageer je op een discriminerende grap van een collega? Wat als jij heel andere waarden hebt dan je collega’s? Kun jij jezelf zijn op je werk? In hoeverre pas jij je aan, aan de groep?

Wat is bedrijfscultuur?


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bedrijfscultuur is......
A
Het geheel van waarden en normen en gewoonten
B
Het geheel van waarden en normen
C
Geschreven regels
D
De gewoonten

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een vacaturetekst staat: "Bij gelijke geschiktheid, geven we de voorkeur aan iemand met een niet-Nederlandse achtergrond."
Waar streeft dit bedrijf naar?
A
Assimilatie
B
Bedrijfscultuur
C
Diversiteit
D
Apartheid

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies