Ontdek de kracht van voornaamwoorden

Ontdek de kracht van voornaamwoorden
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ontdek de kracht van voornaamwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je bezittelijke, persoonlijke, vragende en aanwijzende voornaamwoorden identificeren en toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over bezittelijke, persoonlijke, vragende en aanwijzende voornaamwoorden?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?
Bezittelijke voornaamwoorden geven aan van wie iets is, zoals 'mijn', 'jouw', 'zijn', 'haar', 'ons' en 'hun'.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Deze pen is van mij. 'Mijn' is een bezittelijk voornaamwoord.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke voornaamwoorden
Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar personen of zaken, zoals 'ik', 'jij', 'hij', 'zij', 'wij' en 'zij'.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragende voornaamwoorden
Vragende voornaamwoorden worden gebruikt om vragen te vormen, zoals 'wie', 'wat', 'waar', 'wanneer', 'waarom' en 'hoe'.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening
Schrijf een vraag op met een vragend voornaamwoord en deel deze met een klasgenoot.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanwijzende voornaamwoorden
Aanwijzende voornaamwoorden wijzen naar specifieke personen of zaken, zoals 'deze', 'die', 'dit' en 'dat'.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassing
Zoek in een tekst naar voorbeelden van bezittelijke, persoonlijke, vragende en aanwijzende voornaamwoorden en markeer ze.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Bezittelijke, persoonlijke, vragende en aanwijzende voornaamwoorden zijn essentieel voor het begrijpen en communiceren in het Nederlands.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quiz
Test je kennis over voornaamwoorden met een korte quiz.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Praktijk
Schrijf een korte verhaal waarin je bezittelijke, persoonlijke, vragende en aanwijzende voornaamwoorden gebruikt.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde
Bedankt voor je aandacht! Blijf oefenen met het gebruik van voornaamwoorden in het Nederlands.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.