Woordenschat oefenen 1

Woordenschat oefenen 1
Er volgen verschillende vragen. Kies het beste antwoord.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat oefenen 1
Er volgen verschillende vragen. Kies het beste antwoord.

Slide 1 - Tekstslide


Praatjes vullen geen gaatjes
A
Als je het niet probeert, weet je niet of het lukt
B
Met alleen maar praten komt het werk niet af
C
door iets te doen, leer je hoe het moet

Slide 2 - Quizvraag

Van uitstel komt afstel
A
Als je het nu niet doet, doe je het waarschijnlijk nooit
B
Wanneer je dingen gehaast doet, gaat het fout
C
Iedereen doet het op zijn eigen manier

Slide 3 - Quizvraag

Haastige spoed is zelden goed
A
Wanneer je dingen gehaast doet, gaat het fout
B
Met bedrog kom je niet ver
C
Wie veel weet, heeft ook veel invloed

Slide 4 - Quizvraag

Kennis is macht
A
Ik weet van niets en heb er niets mee te maken
B
Bij de pakken neerzitten
C
Wie veel weet, heeft ook veel invloed

Slide 5 - Quizvraag

Mijn naam is haas
A
Flink wat werk verzetten
B
Ik weet van niets en heb er niets mee te maken
C
In het honderd lopen

Slide 6 - Quizvraag

Iets aan de grote klok hangen
A
Niet helemaal normaal zijn
B
Iets aan een groot publiek vertellen
C
Helemaal fout gaan

Slide 7 - Quizvraag

In het honderd lopen
A
Iemand enorm treiteren
B
Flink wat werk verzetten
C
Helemaal fout gaan

Slide 8 - Quizvraag

Uit het oog, uit het hart
A
Iemand oplichten
B
Wanneer je iemand niet meer ziet, denk je er ook niet meer aan
C
Bij je standpunt blijven

Slide 9 - Quizvraag

Ergens de buik van vol hebben
A
Iemand enorm treiteren
B
Bij je standpunt blijven
C
Ergens meer dan genoeg van hebben

Slide 10 - Quizvraag

Dat slaat als een tang op een varken
A
Dat is echt onzin
B
Iemand oplichten
C
Met bedrog kom je niet ver

Slide 11 - Quizvraag

Een klap van de molen krijgen
A
Niet helemaal normaal zijn
B
Met bedrog kom je niet ver
C
Iemand heel erg treiteren

Slide 12 - Quizvraag

nu komen de woorden
klik de juiste betekenis aan

Slide 13 - Tekstslide

Waarborgen
A
Hypothese
B
Zekerheid
C
Opsporen

Slide 14 - Quizvraag

De obsessie
A
grote teleurstelling
B
onophoudelijk in je gedachten

Slide 15 - Quizvraag

Chronisch
A
plechtigheid
B
langdurig
C
eigenbelang

Slide 16 - Quizvraag

Latent
A
winstgevend
B
onbetrouwbaar
C
onzichtbaar

Slide 17 - Quizvraag

Karikatuur
A
spotprent
B
zich schamen
C
bang maken

Slide 18 - Quizvraag

Lucratief
A
winstgevend
B
beeldspraak
C
innerlijke kracht

Slide 19 - Quizvraag

Sceptisch
A
een voorstel
B
twijfelachtig
C
schijnbaar

Slide 20 - Quizvraag

Nuanceren
A
nauwkeurig
B
tegenstander
C
minder zwart-wit

Slide 21 - Quizvraag

Revisie
A
een voorstel
B
herzien/nakijken
C
beperking

Slide 22 - Quizvraag

Traceren
A
opsporen
B
omvormen
C
hypothese

Slide 23 - Quizvraag