Logische Geldigheid: Redeneringen Ontcijferen

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de logische geldigheid van een redenering bepalen en voorbeelden geven.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de logische geldigheid van een redenering bepalen en voorbeelden geven.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het bepalen van
de logische geldigheid van een redenering?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Logische Geldigheid?
Logische geldigheid verwijst naar de mate waarin een redenering correct is opgebouwd en redelijk is. Het gaat om de structuur en vorm van een argument, ongeacht de waarheidsgetrouwheid van de premisse(s).

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 1
Alle mensen zijn sterfelijk. Socrates is een mens. Daarom is Socrates sterfelijk.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 2
Als het regent, dan is de straat nat. De straat is nat. Daarom heeft het geregend.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Logische Geldigheid Beoordelen
Om de logische geldigheid van een redenering te beoordelen, moeten we letten op de geldige vorm van de argumentatie, ongeacht de waarheid van de premisse(s).

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 3
Alle vogels hebben vleugels. Een pinguïn heeft vleugels. Daarom is een pinguïn een vogel.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening
Laat de studenten in groepen een redenering bedenken en beoordelen op logische geldigheid. Bespreek de resultaten in de klas.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Logische geldigheid gaat over de structuur en vorm van een redenering, ongeacht de waarheidsgetrouwheid van de premisse(s).

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie
Wat heb je geleerd over het bepalen van de logische geldigheid van redeneringen? Welk voorbeeld vond je het meest verhelderend?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.