In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Taalontwikkelingsstoornissen (TOS)
Onderwijsassistent leerjaar 3
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag deze les:
Verkennen: wat is een taalontwikkelingsstoornis?
Uitleg taalontwikkelingsstoornis
Gilles de la tourette (Senne)
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Je weet wat een taalontwikkelingsstoornis is
Je weet het verschil tussen een taalachterstand en een taalontwikkelingsstoornis
Je kent de oorzaak van een TOS
Je weet hoe je een TOS herkent en signaleert
Je hebt een presentatie over een onderwerp omtrent TOS gemaakt in een groepje
Slide 3 - Tekstslide
Taalontwikkelingsstoornissen
Slide 4 - Woordweb
Wat is een TOS?
Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) is een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis. Dit betekent dat taal in de hersenen minder goed wordt verwerkt.
Een kind met TOS heeft bijvoorbeeld grote moeite met praten of het begrijpen van taal.
De taal- en spraakontwikkeling verloopt hierdoor anders dan bij leeftijdsgenoten.
Slide 5 - Tekstslide
Kinderen met TOS:
horen goed
leren hun moedertaal langzaam en moeizaam
hebben een normale intelligentie
kunnen klanken en woorden moeilijk onthouden
hebben moeite met de grammatica
vinden omgaan met emoties lastig
hebben moeite met plannen
Slide 6 - Tekstslide
Taalachterstand of taalontwikkelingsstoornis?
Een taalachterstand is niet hetzelfde als een taalontwikkelingsstoornis.
Een taalachterstand kan ontstaan als een kind zijn moedertaal weinig hoort of spreekt. Door meer taalaanbod, haalt het kind de achterstand vaak weer in.
Slide 7 - Tekstslide
Bij een taalontwikkelingsstoornis:
Is er meer aan de hand.
Er is iets mis met het aangeboren vermogen om taal te leren.
Het proces van taalontwikkeling verloopt afwijkend doordat de hersenen taal niet optimaal verwerken.
Alleen meer aanbod helpt dan niet, er is een gespecialiseerd behandelaanbod nodig.
Slide 8 - Tekstslide
Kentalis campagne TOS
Slide 9 - Tekstslide
Oorzaak TOS
Een TOS wordt veroorzaakt door een combinatie van genetische factoren en omgevingsfactoren
Soms zijn ouders bang dat hun kind een TOS heeft, omdat zij iets niet goed hebben gedaan. Ze denken bijvoorbeeld dat ze te weinig hebben voorgelezen. Dat is niet zo. Weinig voorlezen veroorzaakt geen TOS.
Slide 10 - Tekstslide
TOS herkennen
Het kind kent weinig woorden
Het kind heeft moeite om op een woord te komen
Het kind is niet goed te verstaan
Het kind wordt boos als hij of zij niet begrepen wordt of anderen niet begrijpt
Het kind maakt korte zinnen of veel fouten bij het maken van zinnen
Het kind lijkt niet te luisteren
Het kind praat (nog) niet of weinig
Slide 11 - Tekstslide
TOS signaleren
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht
5 groepjes
Ieder groepje bereidt een PowerPointpresentatie voor aan de hand van het gegeven onderwerp (door de docent verdeeld)
Zie de bijlage 'Vijf op een rij (TOS)'
De presentatie duurt max. 10 minuten
Slide 13 - Tekstslide
Groepsindeling met onderwerp
Groepje 1: sterke punten TOS-onderwijs (blz. 7)
Groepje 2: Leerlingen met TOS en Autisme Spectrum Stoornissen (ASS) (blz. 16 en 17)
Groepje 3: Leerlingen met TOS en dyslexie (blz. 18 en 19)
Groepje 4: Leerlingen met TOS en ADHD (blz. 22 en 23)
Groepje 5: Leerlingen met TOS en meertaligheid (blz. 24 en 25)