V5 Herhaling Beginbalans, inkopen en verkopen

Begintaak
Los de opgave op (5 minuten)
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Begintaak
Los de opgave op (5 minuten)

Slide 1 - Tekstslide

Bereken het saldo aan BTW
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel bedraagt BTW saldo over het 2e Kwartaal? -€ x.xxx,xx = betalen / € x.xxx,xx = ontvangen

Slide 3 - Open vraag

Antwoord

Slide 4 - Tekstslide

Antwoord II
Aan het eind van elk kwartaal berekent de onderneming de 'te betalen BTW'
€ 65.542/121 x 21 =€ 11.375,07

Het saldo van de BTW bedraagt :
€ 11.375,06 - € 7.027,15 =  € 4.347,91 te betalen

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling de eindbalans


Beginbalans en inkopen/verkopen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Balans opstellen

Slide 8 - Tekstslide

Een balans is altijd een momentopname
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een balans?
A
De balans geeft de bezittingen, schulden en eigen vermogen op een bepaald moment weer
B
De balans geeft de bezittingen, schulden en eigen vermogen over een bepaalde periode weer
C
Een balans is een overzicht van kosten en opbrengsten op een bepaald moment
D
Een balans is een overzicht van kosten en opbrengsten over een bepaalde periode

Slide 10 - Quizvraag

Crediteuren
Debiteuren
Rekening courant krediet
Te vorderen btw
Vooruitbetaalde bedragen
Vooruitontvangen bedragen

Welke van de hierboven genoemde posten staan op de passivazijde van de balans?
A
Debiteuren, vooruitbetaalde bedragen, rekening courant krediet
B
Debiteuren, vooruitontvangen bedragen, te vorderen btw
C
Crediteuren, vooruitbetaalde bedragen, te vorderen btw
D
Crediteuren, vooruitontvangen bedragen, rekening courant krediet

Slide 11 - Quizvraag

Debiteuren behoren op de balans tot de ...
A
Eigen vermogen
B
Vreemd vermogen < 1 jaar
C
Bezittingen
D
Vreemd vermogen > 1jaar

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Je eigen vermogen STIJGT wanneer je..
A
privé opnamen doet
B
winst maakt
C
geld ontvangt
D
winst verdeelt (en dividend uitkeert)

Slide 16 - Quizvraag

Hoe bereken je het eigen vermogen (EV)?
A
Kosten - opbrengsten = EV
B
Kas+bank-liquide middelen=EV
C
Bezit - vreemd vermogen = EV
D
Debetzijde - creditzijde = EV

Slide 17 - Quizvraag

Herhaling Inkopen en verkopen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

€ x.xxx,xx
timer
2:00

Slide 23 - Open vraag

Antwoord

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

(€ X.XXX,XX)
timer
1:00

Slide 26 - Open vraag

Antwoord

Slide 27 - Tekstslide

Welke formule gebruik je voor het berekenen van de eindvoorraad
timer
1:00

Slide 28 - Open vraag

Formule eindvoorraad
eindvoorraad = beginvoorraad + inkopen - inkoopwaarde van de omzet
!

Slide 29 - Tekstslide

Wat is de waarde
van de inkopen?
(€ x.xxx,xx)
timer
2:00

Slide 30 - Open vraag

Antwoord

Slide 31 - Tekstslide

Maken 
(= huiswerk als je het niet af hebt)
3.8 De balans opmaken
3.14 Inkopen, verkopen en de balans
3.17 Bianco en Rosso
3.19 Xantiplus



Slide 32 - Tekstslide