Spelling H2 leenwoorden / engelse ww

timer
10:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan:
  • leenwoorden correct spellen.
  • Engelse werkwoorden correct spellen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een leenwoord?
Een leenwoord is een woord uit een andere taal dat wij in het Nederlands gebruiken. 

De meeste leenwoorden, die wij in Nederland gebruiken, komen uit het Latijn, Frans, Engels en Duits. 

Slide 4 - Tekstslide

timer
1:30
Welke Engelse leenwoorden ken jij? Schrijf 1 woord per keer op.

Slide 5 - Woordweb

Spelling Engelse leenwoorden
  • Als één woord: bij een gebruikelijke samenstelling met 1 klemtoon, parttime.
  • Een koppelteken: als het rechterdeel van de samenstelling een Engels voorzetsel is, time-out, sit-up.
  • De delen los bij sommige woordgroepen met twee klemtonen, full speed, total loss, second opinion, low budget

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag

H2 Spelling blz. 64
maken opdracht 1 en 2

timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Engelse werkwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Vul samen in!
Tessa .... (lunchen) vandaag met haar beste vriendinnetje.
Wanneer heeft Mike die uitnodigingen eigenlijk ... (mailen).
Robin ... (interviewen) de mensen op het Malieveld.
Met haar vrienden uit Spanje ... (chatten) Robine de hele avond.

Slide 9 - Tekstslide

Bij de meeste (leen)werkwoorden  werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.

Slide 10 - Tekstslide

maar..... let op de uitspraak 

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
Donderdag 29-09:
Blz. 66 spelling ww
maken opdr. 1 t/m 3

Lezen theorie blz. 94 + 96
(Je krijgt weer een Socrative oefening hiervoor.)

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een leenwoord?
A
nieuwe woorden (die nog niet in het woordenboek staan)
B
woord dat bestaat uit meerdere zelfstandige naamwoorden
C
woord dat we uit een andere taal overgenomen hebben
D
ouderwets woord, woord dat we niet meer gebruiken

Slide 13 - Quizvraag

Welk woord is en leenwoord?

A
toetje
B
cadeau
C
vlieg
D
vijgen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een vacature?
A
Een vakantiehuisje dat je kunt boeken bij een reisbureau.
B
Een leenwoord uit het Frans voor "auto".
C
Een belasting voor het hebben van gevaarlijke stoffen.
D
Een openstaande functie in een bedrijf waar je op kunt solliciteren.

Slide 15 - Quizvraag

Welk leenwoord gebruiken we voor een voetbalvandaal?
A
een keeper
B
een hooligan
C
een goal
D
een international

Slide 16 - Quizvraag

Welk leenwoord is correct gespeld?
A
knäckebröd
B
sombrerro
C
autobahn
D
mailot

Slide 17 - Quizvraag