3.4 herhalen

Wat gaan we doen?


  • Paragraaf 3.4 herhalen  
  • Paragraaf 3.4 oefen met lessonup  vragen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?


  • Paragraaf 3.4 herhalen  
  • Paragraaf 3.4 oefen met lessonup  vragen

Slide 1 - Tekstslide

Doelen §3.4: Zouten
  • Eigenschappen van zouten kennen
  • Ionrooster en ionbinding
  • Verhoudingsformule van zouten opstellen

Slide 2 - Tekstslide

§3.4: Zouten
Eigenschappen zouten:
  • Verbinding van metaal + niet-metaal
  • Vloeibaar en opgelost in water geleiden ze stroom
  • In vaste fase zijn ze bros (niet buigzaam)
  • Hebben een hoog smeltpunt

Slide 3 - Tekstslide

§3.4: Zouten
Zouten bestaan uit een positief en negatief ion

Ion = atoom met een lading (door meer of minder elektronen)

Slide 4 - Tekstslide

§3.4: Zouten
Ionrooster = geen stroomgeleiding in vaste fase mogelijk 
Ionbinding houdt het bij elkaar 

Metaal ion = + 
Niet-metaal ion= - 

Slide 5 - Tekstslide

§3.4: Zouten
Ionbinding = door aantrekkingskracht van + en - ion

Bij smelten naar vloeistof verbreken de ionbindingen deels 
Bij oplossen in water verbreken de ionbindingen 

Slide 6 - Tekstslide

§3.4: Zouten
Bij het oplossen van zouten in water worden de ionbindingen verbroken 

Voor de reactiepijl is de zout in vaste fase te zien 

Na de reactiepijl is de losse ionen te zien                         en                  
NaCl(s)
Na+(aq)
Cl(aq)

Slide 7 - Tekstslide

§3.4
Verhoudingsformules = Hoevaak het positieve en negatieve ion in het molecuul voorkomt.
Het zout is altijd NEUTRAAL (dus even veel + als - lading) 

             en                    vormen samen 
Beide lading van 1 (+1 en -1= 0) 
Na+
Cl
NaCl

Slide 8 - Tekstslide

§3.4
.                en               hebben een ongelijke lading dus moet je gelijk maken  

Altijd de positieve ion eerst en dan de negatieve ion


Mg2+
Cl
MgCl2

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de verhoudingsformule van
en
K+
Br
A
BrK
B
K2Br
C
KBr
D
KBr2

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de verhoudingsformule van
en
Ca2+
Cl
A
Ca2Cl
B
Cl2Ca
C
CaCl
D
CaCl2

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de verhoudingsformule van
en
Zn2+
Cl
A
ZnCl
B
ZnCl2
C
Cl2Zn
D
Zn2Cl

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de verhoudingsformule van
en
Fe3+
Cl
A
Fe3Cl
B
Cl2Fe
C
FeCl
D
FeCl3

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de verhoudingsformule van
en
Al3+
S2
A
Al2S3
B
Al3S2
C
SAl
D
S3Al2

Slide 14 - Quizvraag

Aan het werk 
Opdracht  41, 42, 45, 48,


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide