H3.3 +3.4 3V

Wat gaan we doen?
  • Herhalen 3.3
  • Uitleg 3.4
  • Maken 3.4
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
  • Herhalen 3.3
  • Uitleg 3.4
  • Maken 3.4

Slide 1 - Tekstslide

§3.3
Binding bij moleculaire stoffen = Atoombinding
Binding tussen atoomkern (positief) en de negatieve electronen

Bij chemische reactie worden de atoombindingen verbroken 

Slide 2 - Tekstslide

§3.3
Covalentie = het aantal bindingen dat een atoom kan aangaan
kun je (bijna altijd) halen uit periodiek systeem  

Atoombinding & covalante binding = hetzelfde 

Slide 3 - Tekstslide

§3.3
Vanderwaalsbinding = Binding tussen de moleculen in een moleculaire stof.

Deze binding verbreek je als je een stof laat smelten/verdampen. De atoombinding blijft dan wel heel. 

Slide 4 - Tekstslide

Doelen §3.4
  • Eigenschappen van zouten kennen
  • Ionrooster en ionbinding
  • Verhoudingsformule van zouten opstellen

Slide 5 - Tekstslide

§3.4
Eigenschappen zouten:
  • verbinding van metaal + niet-metaal
  • vloeibaar en opgelost in water geleiden ze stroom
  • in vaste fase zijn ze bros (niet buigzaam)
  • hebben een hoog smeltpunt

Slide 6 - Tekstslide

§3.4
Zouten bestaan uit een positief en negatief ion

Ion = atoom met een lading (door meer of minder elektronen)

Slide 7 - Tekstslide

§3.4
Ionrooster = geen stroomgeleiding in vaste fase mogelijk 
Ionbinding houdt het bij elkaar 

Metaal ion = + 
Niet-metaal ion= - 

Slide 8 - Tekstslide

§3.4
Ionbinding = door aantrekkingskracht van + en - ion

Bij smelten naar vloeistof verbreken de ionbindingen deels 
Bij oplossen in water verbreken de ionbindingen 

Slide 9 - Tekstslide

§3.4
Verhoudingsformules = Hoevaak het positieve en negatieve ion in het molecuul voorkomt.
Het zout is altijd NEUTRAAL (dus even veel + als - lading) 

             en                    vormen samen 
Beide lading van 1 (+1 en -1= 0) 
Na+
Cl
NaCl

Slide 10 - Tekstslide

§3.4
.                en               hebben een ongelijke lading dus moet je gelijk maken 


Mg2+
Cl
MgCl2

Slide 11 - Tekstslide

Aan het werk 

Van 3.3 maken 38
Lezen 3.4  
Maken van 3.4 : 41 t/m 47 
48, 51, 52(als je uitdaging wil), 53
 

Slide 12 - Tekstslide

§3.4

Slide 13 - Tekstslide