1. Lucht inademen door de neus of mondholte naar de keelholte.
2. Langs het strottenhoofd naar de luchtpijp.
3. De luchtpijp vertakt in 2 bronchiën.
4. De bronchiën vertakken in luchtpijptakjes.
5. Aan het uiteinde van de luchtpijptakjes zitten de longblaasjes.