HF 3.8 spelling

• nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

3.8 spelling (blz. 73)

Planning Les 1:

- Lesdoel: je kunt de spellingsregels correct toepassen.

- Instructie + maken opdracht 1 t/m 5.

- Afsluiting

Voorkennis

Maak opdracht 1 (boek B, blz. 73) op de volgende manier (denken, delen, uitwisselen)

Denken: maak opdracht 1 zelfstandig

Delen: bespreek opdracht 1 in je groepje

Uitwisselen: bespreek klassikaal jullie antwoorden met de docent. 

Toetsen vorige periode

We bekijken de toets van periode1 + 2. We bekijken de fouten m.b.t. werkwoordspelling. 

Ook bekijken we de schrijftoets van periode 1; schrijf je de hoofdletters goed?

Instructie 1

Bijna geen fouten tijdens de vorige toets? 

1. Maak opdracht 2 t/m 5 (ook steropdracht 4).

2. Kies daarna uit de volgende opties: woordkaartjes of woordvierkanten maken of 'versterk jezelf' kies uit: samengestelde zinnen, hoofdletters of werkwoordspelling.

Instructie 2

Vind je werkwoordspelling lastig?

Bekijk het filmpje op de volgende dia. 

Luister naar de docent en maak samen de opdrachten. 

Afsluiting

Kun je de spellingsregels correct toepassen?

Huiswerk: opdracht 2 t/m 5 maken.

Vooruitblik: verder werken aan HF 3.8 spelling.

3.8 spelling/ Les 2

Planning:

- Lesdoel: je kunt hoofdletters goed gebruiken. 

- Huiswerk: opdracht 2 t/m 5 bespreken.

- Instructie + maken opdracht 6 t/m 10.

- Afsluiting

Lezen

We lezen samen de theorie op blz. 78.

Vervolgens lezen we opdracht 6 t/m 10. 

Aan de slag!

• Maak opdracht 6 t/m 10. 
• Opdracht 7 en 10 voer je uit in je groepje. 

Klaar? oefen de woorden van HF 3.5 woorden.

Lesafsluiting

• Wanneer gebruik je een hoofdletter?
• Huiswerk: opdracht 6 t/m 10 maken.
• Vooruitblik: dictee en 'versterk jezelf'. 

3.8 spelling/ Les 3

Planning:

- Lesdoel: gebruik hoofdletters en toepassen correcte spellingsregels. 

- Huiswerk: opdracht 6 t/m 10 bespreken.

- Dictee + keuzeopdrachten. 

- Afsluiting

Dictee 

Opdracht 11 blz. 80. 

Keuzeopdrachten

Kies uit:

1. Woordkaartjes maken e/of woordvierkanten maken.

2. Woordtrainer online oefenen. 

3.  'Versterk jezelf' kies uit: samengestelde zinnen, hoofdletters of werkwoordspelling.

Lesafsluiting

• Wat vind je nog lastig aan spelling?

• Vooruitblik: test jezelf maken

2.8 spelling/ Les 4

Planning:

- Lesdoel: je gaat je voorbereiden op de toets woorden/ grammatica/ spelling. 

- Test jezelf maken.

- Afsluiting

Test jezelf 

Maak de volgende hoofdstukken:

3.5, 3.7 & 3.8.

Lesafsluiting

• Wat ging er goed tijdens het oefenen?
• Welke onderdelen moet je thuis nog even goed doornemen/ oefenen?

HF 3.7 & 3.8/ Herhalingsles

Planning:

- Lesdoel: herhalen van grammatica & spelling.

- Terugblik vorige les.

- Huiswerk bespreken: opdracht 6 + 7 (blz.147). 

- Kies uit 2 mogelijkheden deze les. 

- Afsluiting.

Is alles duidelijk?

De docent bespreekt welke onderdelen er in de toets naar voren komen.

Alles je alles snapt, maak je een keuze uit de volgende mogelijkheden: 

Keuzeopdrachten

Kies uit:

1. Test jezelf HF 3.5, 3.7 & 3.8.

2. Woordtrainer online oefenen. 

3.  'Versterk jezelf' kies uit: woordsoorten of werkwoordspelling.

Herhaling grammatica

1. Noteer de hoofdtelwoorden (htw) en rangtelwoorden (rtw): 

- Tijdens het laatste tentamen, maakt hij vijf fouten.

2. Noteer de zelfstandige werkwoorden (zww) en de hulpwerkwoorden (hww):

- De kok heeft een salade klaargemaakt.

Herhaling grammatica 2

1. Noteer de persoonlijke voornaamwoorden (psv) en bezittelijke voornaamwoorden (bzv):

- Zij probeerde de pizza met onze kinderen te delen.

2. Noteer de lidwoorden (lw), zelfstandige naamwoorden (zn) en bijvoeglijke naamrwoorden (bn:

- De goede kok maakte een heerlijke salade klaar.

Grammatica extra oefenen

Zelfstandig oefenen? 

Keuze 1: Maak Test jezelf HF 3.7.

Keuze 2: 'Versterk jezelf' kies uit: woordsoorten

Herhaling spelling

Noteer de juiste werkwoordspelling:

Er .... (zijn – tt) bewijs..... (leveren – vd) dat een slecht handschrift in je nadeel is. In

onderzoek...... (worden – vt) dat tot de bodem.... (uitzoeken – vd). Een leraar

......... (beoordelen – tt) een leerling slechter als die een slecht handschrift (hebben tt).

heeft (hebben – tt)

Spelling extra oefenen

Zelfstandig oefenen? 

Keuze 1: Maak Test jezelf HF 3.8.

Keuze 2: 'Versterk jezelf' kies uit: werkwoordspelling.

Keuze 3: Zie filmpje met uitleg hieronder of de dia's. 

Afsluiting

Wat ga je nog extra goed oefenen om je voor te bereiden op de toets?

Vooruitblik: Toets W/G/S.