Vermenigvuldigen en Delen
1 / 23
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wat is 6 keer 7?
A
48
B
42
C
13
D
1
Slide 7 - Quizvraag
Een boer heeft 120 appels en wil ze in zakken van 10 appels verdelen. Hoeveel zakken kan hij vullen?
A
1200
B
110
C
130
D
12
Slide 8 - Quizvraag
Wat krijg je als je 8 met 4 vermenigvuldigt?
A
4
B
8
C
32
D
2
Slide 9 - Quizvraag
Wat is het product van 12 en 3?
A
36
B
32
C
9
D
15
Slide 10 - Quizvraag
Wat krijg je als je 7 en 9 met elkaar vermenigvuldigt?
A
56
B
63
C
16
D
2
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het quotiënt van 50 en 10?
A
60
B
40
C
5
D
500
Slide 12 - Quizvraag
Een fabriek produceert elke dag 45 fietsen. Hoeveel fietsen worden er in 20 dagen geproduceerd?
A
900
B
25
C
65
D
945
Slide 13 - Quizvraag
Een school heeft 10 klassen en in elke klas zitten 20 leerlingen. Hoeveel leerlingen zitten er in totaal op deze school?
A
2
B
200
C
10
D
30
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de uitkomst als je 90 door 15 opdeelt?
A
4
B
6
C
2
D
8
Slide 15 - Quizvraag
Als je 81 splitst in 9 gelijke delen, hoeveel is elk deel?
A
9
B
90
C
72
D
729
Slide 16 - Quizvraag
Hoeveel krijg je als je 24 door 6 deelt?
A
4
B
6
C
18
D
30
Slide 17 - Quizvraag
Een theater heeft 8 rijen stoelen en in elke rij staan 24 stoelen. Hoeveel stoelen zijn er in totaal in het theater?
A
3
B
18
C
192
D
32
Slide 18 - Quizvraag
Een bakker heeft 42 broden en wil ze gelijk verdelen over 6 winkels. Hoeveel broden krijgt elke winkel?
A
7
B
6
C
36
D
48
Slide 19 - Quizvraag
Als je 2 keer 8 neemt, wat krijg je?
A
6
B
10
C
16
D
4
Slide 20 - Quizvraag
Een bakker heeft 48 broden en wil ze gelijk verdelen over 6 winkels. Hoeveel broden krijgt elke winkel?
A
42
B
7
C
8
D
56
Slide 21 - Quizvraag
Een schoolklas heeft 30 leerlingen en de leraar wil ze in groepjes van 5 verdelen. Hoeveel groepjes kunnen er worden gevormd?
A
150
B
25
C
6
D
35
Slide 22 - Quizvraag
Hoeveel is 9 maal 5?
A
4
B
14
C
40
D
45
