Grammatica woordsoorten 2 vwo NN H1-H6

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Grammatica Woordsoorten H1-H6

De lastige gevallen

Welke woordsoorten vind je moeilijk?

Waarom ben jij liever moe dan lui?
Waarom = ?

1. vr.vnw
2. bw

Vragend voornaamwoorden

Wie, wat, welke, wat voor (een)

Alle overige VRAAGwoorden (hoe, waarom, waar etc. zijn BIJWOORD)

Douwe zegt niet wie hier de mol is.
Wie = ?

1. vr.vnw
2. betr.vnw

Dat is iets wat ik nooit zal begrijpen.
wat = ?

1. betr.vnw
2. vr.vnw

Wat je zegt, ben jezelf.
Wat = ?

1. betr.vnw
2. betr.vnw m.i.a.

hww of zww/kww?

Stel de volgende vragen:

- Wat is de zin? (bijv in samengestelde zin zitten meer zinnen)

- Welke werkwoorden horen daarbij: welke werkwoorden vormen het gezegde?

- Wat is het belangrijkste werkwoord binnen dat gezegde?

Tess heeft altijd al willen leren schrijven.
zww = ?

1. heeft
2. willen
3. leren
4. schrijven

Hayden wordt gevraagd of hij later piloot wil worden.
kww = ?

1. wordt
2. worden

hww of zww/kww

Hayden wordt gevraagd of hij later piloot wil worden.

= Samengestelde zin

Hoofdzin, ww gezegde: wordt gevraagd --> wordt = hww, gevraagd=zww

Bijzin. nw gezegde: piloot = nw deel vh gez, wil = hww, worden = kww

Het is een wonder dat deze les voorbij is.
Het = ?

1. pers.vnw
2. onbep.vnw
3. lw

Het in 'het regent' = ?

'Het wonder is geschied, het wonder is geschiedt, mijn pruim is nat en het regent niet.'

Uit: De helaasheid der dingen, Dimitri Verhulst

Vragen?