Week 5 Hoofdstuk 7 Machtsuitoefening en regels
Hoe is het met iedereen?
😒🙁😐🙂😃
1 / 41
Onderdelen in deze les
Hoe is het met iedereen?
😒🙁😐🙂😃
Slide 1 - Poll
Zin an Weekend?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Plannen?
Slide 3 - Woordweb
Boek mee? I-Pad opgeladen? Pen mee?
😒🙁😐🙂😃
Slide 4 - Poll
Huiswerk gemaakt?
7.1 - 7.2 - 7.3
7.1 - 7.2 - 7.3
😒🙁😐🙂😃
Slide 5 - Poll
Slide 6 - Tekstslide
Hoe ging je oefentoets?
😒🙁😐🙂😃
Slide 7 - Poll
Wat voor cijfer had je op de oefentoets?
1-2
2-3
3-4
4-5
5-6
6-7
7-8
9-10
Slide 8 - Poll
Slide 9 - Video
Slide 10 - Tekstslide
Macht
A
Iemand anderen kan laten doen wat hij wil, of verbieden wat hij niet wil.
B
De macht die iemand op grond van zijn positie heeft noemen we......
C
De macht die iemand heeft door zijn uitstraling noemen we.....
D
Informele macht noemen we ook wel......
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Tekstslide
Informele macht
A
Iemand anderen kan laten doen wat hij wil, of verbieden wat hij niet wil.
B
De macht die iemand op grond van zijn positie heeft noemen we......
C
De macht die iemand heeft door zijn uitstraling noemen we.....
D
Informele macht noemen we ook wel......
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
formele macht
A
Iemand anderen kan laten doen wat hij wil, of verbieden wat hij niet wil.
B
De macht die iemand op grond van zijn positie heeft noemen we......
C
De macht die iemand heeft door zijn uitstraling noemen we.....
D
Informele macht noemen we ook wel......
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Video
Slide 27 - Tekstslide
Gezag
A
Iemand anderen kan laten doen wat hij wil, of verbieden wat hij niet wil.
B
De macht die iemand op grond van zijn positie heeft noemen we......
C
De macht die iemand heeft door zijn uitstraling noemen we.....
D
Informele macht noemen we ook wel......
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Open vraag
Informele macht noemen we ook wel......
A
Macht
B
Formele macht
C
Informele macht
D
Gezag
Slide 31 - Quizvraag
Slide 32 - Open vraag
De macht die iemand heeft door zijn uitstraling noemen we.....
A
Macht
B
Formele macht
C
Informele macht
D
Gezag
Slide 33 - Quizvraag
Slide 34 - Open vraag
De macht die iemand op grond van zijn positie heeft noemen we......
A
Macht
B
Formele macht
C
Informele macht
D
Gezag
Slide 35 - Quizvraag
Slide 36 - Open vraag
Aantal instrumenten in handen hebben om macht af te dwingen
A
Machtsmiddelen
B
Geschreven regels
C
Ongeschreven regels
D
Positieve recht
Slide 37 - Quizvraag
Dit zijn regels die vastgelegd zijn in wetten en verordeningen (regels van de gemeente)
A
Machtsmiddelen
B
Geschreven regels
C
Ongeschreven regels
D
Positieve recht
Slide 38 - Quizvraag
Afspraken die niet schriftelijk zijn vastgelegd.
A
Machtsmiddelen
B
Geschreven regels
C
Ongeschreven regels
D
Positieve recht
Slide 39 - Quizvraag
Dit is het recht dat geldt binnen een samenleving
A
Machtsmiddelen
B
Geschreven regels
C
Ongeschreven regels
D
Positieve recht
