voor jezelf opkomen

LOL
woensdag 26-08-2020
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

LOL
woensdag 26-08-2020

Slide 1 - Tekstslide

Welkom 
  • Invulling komende tijd.
  • Wat gaan we doen vandaag?

Slide 2 - Tekstslide

doel
  • je kent de betekenis van opkomen voor jezelf.
  • je kent de do's en don'ts bij opkomen voor jezelf.

Slide 3 - Tekstslide

Opkomen voor jezelf
praten over:
  • wat je voelt
  • wat je denkt
  • wat je wilt 
  • wat je vindt
  • maar ook op de manier hoe je dat doet en wat past het beste bij jezelf?

Slide 4 - Tekstslide

Iemand dringt voor bij de kassa.
A
Je zegt niets
B
je zegt beleefd dat jij eerder aan de beurt was
C
je scheld hem uit en gaat voor hem staan

Slide 5 - Quizvraag

Er is teveel van je rekening afgeschreven door de telefoonmaatschappij.
A
Balen, maar laat maar zitten.
B
Je gaat bellen om het geld terug te krijgen.
C
je wilt gelijk de directeur spreken om te zeggen dat het een stom bedrijf is.

Slide 6 - Quizvraag

Je broertje vraagt of jij zijn krantenwijk wilt overnemen. Je hebt geen zin.
A
Je doet het, want anders wordt hij boos.
B
Je doet het niet en legt het uit waarom niet.
C
Je gooit de kranten in de sloot en je broertje krijgt er problemen door.

Slide 7 - Quizvraag

Je vindt dat je meer loon moet krijgen.
A
Dat zeg je niet tegen je baas, want anders ontslaat hij je misschien.
B
Je bedenkt wat je gaat zeggen en gaat het gesprek aan met je baas.
C
Je zegt je ziek te melden als je niet meer loon krijgt.

Slide 8 - Quizvraag

In een winkel wordt je beschuldigd dat jij iets stuk hebt gemaakt. Maar je hebt dat niet gedaan.
A
Je betaalt, dan ben je ervan af.
B
Je legt rustig uit dat jij het niet gedaan hebt.
C
Je zegt dat ze niet zo achterlijk moeten doen.

Slide 9 - Quizvraag

Score bekijken.

Heb je vooral A? Durf wat vaker voor jezelf op te komen.
Heb je vooral B? Je kunt goed voor jezelf opkomen.
Heb je vooral C? Rustig, niet iedereen heeft een hekel aan jou. Zo maak je geen vrienden.

Slide 10 - Tekstslide

De taal van je lichaam.
Niet alleen wat je zegt is belangrijk. Anderen zien ook wat je denkt en voelt.
  • door de manier waarop je kijkt
  • doordat je iemand aankijkt
  • houding
  • hard of zacht praten

Slide 11 - Tekstslide

wat vind jij een
lastige situatie?

Slide 12 - Woordweb

Opkomen voor jezelf.
opdracht: (internet mag)
Maak een lijst met 3 do's en 3 don'ts. Wat past bij jou en wat past niet bij jou?
do's = die kun je doen
don' ts = die kan je beter niet doen.

zoekterm: opkomen voor jezelf

Slide 13 - Tekstslide

Wat heeft dit met LOL
te maken?

Slide 14 - Woordweb

Hoe ging het vandaag?
Wat ging goed?
Wat mag de volgende keer anders?

Slide 15 - Tekstslide

Opkomen voor jezelf is?

Slide 16 - Tekstslide