1 - Les 2 - Leesvaardigheid: begintest + Academische woordenschat 1

1 - Leesvaardigheid begintest
Academische woordenschat 1
Tussenstop 1
1 / 64
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 64 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1 - Leesvaardigheid begintest
Academische woordenschat 1
Tussenstop 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2 - Leesvaardigheid - begintest
pg.17

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding - meertaligheid

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Meningen over talenkennis
pg.17

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding - talenpaspoort
We zijn allemaal meertalig. Om dit te bewijzen, maak je een talenpaspoort. Op je bank ligt een A3-papier met stiften:
Schrijf je naam in het midden
  • Kleur 1: welke talen/taalvarianten spreek je?
  • Kleur 2: Met wie spreek je deze talen of varianten? 
  • Kleur 3: Waar spreek je deze taal of variant? 
  • Kleur 4: Waarvoor gebruik je deze taal of variant? (denken, dromen, geheim vertellen, kwaad worden, lezen, series kijken ...)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
pg.17
Plaats de talen van je talenpaspoort op het continuüm: 
  • Hoe hoog schat je jouw niveau in? 
timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stellingen
Per twee:
  • Je krijgt enkele stellingen voorgeschoteld. 
  • Formuleer jullie mening in maximaal 1 zin.
  • Schrijf deze zin op een post-it. 
  • Plak de post-its bij de juiste stelling. 
pg.17
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

printscreen stellingen pg.17

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leesstrategieën 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We lezen een bron over het onderwerp

We passen de volgende strategieën toe: 
  1. Oriënterend lezen
  2. Globaal lezen
  3. Zoekend lezen
  4. Kritisch lezen
pg.21-22

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neem de tekst erbij
pg.21-22

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oriënterend lezen
Met oriënterend lezen krijg je een eerste indruk van de bron. Je leest de bron nog niet helemaal. Met deze eerste indruk bepaal je of je de bron kan gebruiken.
  • Lees de titels en de tussentitels
  • Wat is het onderwerp? 
  • Welke voorkennis heb je over het onderwerp? 
  • Welke informatie verwacht je te weten te komen? 
  • Zijn er afbeeldingen? 
Bestudeer de bron: 
  • uit welke bron is de informatie afkomstig?
  • Welke organisatie heeft het gepubliceerd? 
  • Is het actueel (recent)?



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstsoorten en teksttypes
TW
pg.45
Een schrijver wil met zijn tekst iets bereiken. Hij heeft een bepaald doel. Afhankelijk van het doel kiest de schrijver of spreker voor een tekstsoort.




Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beantwoord de vragen
Bekijk de titels en tussentitels, inleiding, slot, afbeeldingen ...
pg.18
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstsoorten en teksttypes
TW
pg.45

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de titel en tussentitels 
Wat is het onderwerp?

Slide 16 - Woordweb

Het taalonderwijs 
Welke voorkennis heb je over dit onderwerp?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat verwacht je te weten te komen in deze tekst?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Globaal lezen
Na oriënterend lezen komt globaal lezen. 
In deze fase lees je de bron nog niet in detail. Nu ga je jouw eerste indruk uit de oriëntatiefase uitbreiden. Je probeert om meer te weten te komen over het onderwerp en de hoofdgedachte van de brontekst, maar je laat de gedetailleerde informatie nog achterwege.

  • Lees de inleidende en de slotalinea volledig + herlees de titels en de tussentitels.
  • Beschrijf het onderwerp: een woord of woordgroep dat aangeeft waarover de tekst gaat.
  • Wat is het doel van de bron? Informeren, overtuigen, amuseren, ontroeren, activeren?
  • Wat is de hoofdgedachte? Wat is het belangrijkste dat over het onderwerp wordt gezegd? Wat is de centrale boodschap?




Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het tekstdoel?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de tekstsoort?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het teksttype?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwerking
In onderstaande bookwidget krijg je een paar extra vragen over de tekst. Deze vragen helpen je om tot een beter tekstbegrip te komen. 



Je kan ook gebruik maken van de hulpkaart Leesstrategieën
pg.18 - 22
timer
10:00
Smartschool - Nederlands 6BCW / 6WW - oefeningen - 1-les 2 - Leestekst pg.21-22
Smartschool - Nederlands 6BCW / 6WW - documenten - ondersteuning - leesvaardigheid - hulpkaart leesstrategieën

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra oefenen
Tijd over? Maak een extra oefening op tekstsoort, tekstdoel en teksttype.
Heb je hier geen tijd meer voor in de les? Dan maak je dit als huiswerk. 



Smartschool - Nederlands 6BCW / 6WW - oefeningen - 1-les 2 - Tekstsoort, tekstdoel en teksttype

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees de inleiding
Welk probleem wordt hier besproken?

Slide 25 - Woordweb

Alsmaar minder studenten kiezen voor een taalopleiding, dus de taalopleidingen dreigen te verdwijnen.
Lees de slotalinea
Wat is de verklaring voor het probleem?

Slide 26 - Woordweb

Er is te veel focus op het Engels, de angelsaksische cultuur is dominant. 
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Lees de inleidende en de slotalinea + de  tussentitels

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoekend lezen
In deze fase ga je de hele tekst doorlezen. 
Lees je de bron om specifieke informatie te vinden.
  • Bepaal welke informatie je te weten wil komen
  • Lees de vragen die je moet beantwoorden en stel voor jezelf een leesdoel op.





Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beantwoord de vraag
4 a 
pg.18
timer
5:00

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beantwoord de vraag
4 a 
pg.18

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem nog drie argumenten die worden gegeven tegen verengelsing. Antwoord kernachtig

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kritisch lezen
Je leest een tekst om er een oordeel over te vormen 
(evaluerend lezen)
  • Bepaal je doel: wat wil je bereiken met kritisch lezen?
  • Een belangrijk doel is om de betrouwbaarheid van de bron en de inhoud te controleren.
  • Het doel kan ook zijn om feiten van meningen te onderscheiden.
  • Je kan ook kritisch lezen om nadien een eigen mening over het onderwerp te vormen.






Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beantwoord de vraag
4 b 
pg.18
timer
5:00

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ga je akkoord met de argumenten tegen verengelsing? Waarom wel/niet? Kan je een tegenargument bedenken?

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Academische taal
pg.18

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Academische woorden
In deze bron komen veel academische woorden voor. 

Achterhaal de betekenis van de woorden aan de hand van hun context. 
pg.18 - 19
timer
10:00

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Correctiesleutel
De correctiesleutel staat op Smartschool:
pg.18 - 19
timer
3:00
Smartschool - 6BCW/6WW - Documenten - thema 1 - CS pg.18-19

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel antwoorden had je juist?
9-10/10
6-8/10
5/10 of minder

Slide 38 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Beantwoord de vraag
4 a 
pg.20

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het belang van academische woordenschat

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beantwoord de vraag
4 a 
pg.20

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Beantwoord de vraag
4 a 
pg.21
Lees in stilte

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat omvat taalvaardigheid en waarom is het essentieel voor je slaagkansen in het hoger onderwijs? Parafraseer in 2 volzinnen

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Academische woordenschat
Eigen materiaal

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Academische woordenschat 1
Eigen materiaal

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Academische woordenschat 1
Maak de oefeningen om de eerste reeks academische woordenschat in te oefenen:
Nederlands 6BCW/6WW - oefeningen - Academische woordenschat 
  • Academische woordenschat 1
  • Academische woordenschat 1 - afgeleide vormen

Schrijf intussen een lijst met de woordenschat op een apart blad. Woorden opschrijven helpt je om ze te leren. 

timer
30:00

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Academische woordenschat 1
Maar geen zorgen, er is ook een lijstje met deze woordenschat. Zo kan je het beter studeren ...
Nederlands 6BCW/6WW - oefeningen - Academische woordenschat 
  • Academische woordenschat 1
  • Academische woordenschat 1 - afgeleide vormen

Tip: Vul de woorden waar je nog op moet oefenen in in Quizlet. Vraag jezelf af tot je alles juist hebt.

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Tussenstop 1
pg.58

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Competitiedictee
Jullie krijgen een kaartje met een letter. Vorm met je klasgenoten de naam van een dier. Dit worden je groepsgenoten.
  • Neem om beurten een kaartje in het midden. 
  • Dicteer het woord. 
  • De andere leerlingen schrijven het woord op.
  • Controleer of het juist geschreven is.
  • Gooi de papiertjes in het bakje juist of het bakje fout
  • Het groepje met de meeste papiertjes in het juist-bakje wint. 

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pg.58
  • gedeletete bestanden 
  • sms'en
  • ge-e-maild
  • e-mailadres
  • online catalogus
  • pdf-bestand
  • 3D-printer
  • lay-out
  • geüpdatet
  • hr-manager
  • curriculum vitae
  • socialemediabeleid
  • out of the box
  • Facebookaccount
  • interview
  • proactief
  • hands-onmentaliteit
  • muisklik
  • freelance
  • onmiddellijk

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn voor jou nog werkpunten?
De spelling van Engelse werkwoorden
De spelling van samenstellingen en afleidingen
Engelse samenstellingen
Alle drie

Slide 54 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden vervoeg je zoals zwakke Nederlandse werkwoorden

Infinitief (deleten)                                      voltooid deelwoord (ge + stam + t/d)

  • infinitief -en - wat is de laatste letter? (delet)
  • Staat de laatste letter in 't sexy fokschaap? ja
  • Dan schrijf je ge + stam + t
  • De stam van deleten is (ik) delete
  • Dus het voltooid deelwoord is gedeletet
  • Gebruik je het voltooid deelwoord als een bijvoeglijk naamwoord, dan voeg je er nog een -e aan toe: de gedeletete bestanden. 

Slide 55 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hand-out
Ondersteuning nodig? Neem de hand-out over werkwoordspelling erbij. 



pg.5-7 = specifiek over Engelse werkwoorden
Smartschool - Nederlands - documenten - ondersteuning - Spelling en grammatica - spelling werkwoorden

Slide 56 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pg.58

Slide 57 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pg.59

Slide 58 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

samenstellingen en afkortingen: 
initiaalwoorden en letterwoorden
letters afzonderlijk uitgesproken
letters als 1 woord uitgesproken
samenstelling: liggend streepje
SMS-bericht, bedrijfs-pc, borstvoedings-bh, USB-stick
afleiding, vervoeging: apostrof
wij sms’en, sms’je, NVA’er, gsm’s
! na een voorvoegsel: ge-sms't
samenstelling: aaneen 
aidspatiënt, latrelatie pincode
MAAR: BIN-norm (hoofdletter)
yolo-effect (klinkerbotsing)
afleiding, vervoeging: aaneen
vipje, ik pinde                 !! FAQ's

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hand-out
Ondersteuning nodig? Neem de hand-out over afleidingen en samenstellingen erbij. 



pg.5-7 = specifiek over Engelse werkwoorden
Smartschool - Nederlands - documenten - ondersteuning - Spelling en grammatica - spelling werkwoorden

Slide 60 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pg.59

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pg.59

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extra oefenen?
Zet oefeningen klaar in de planner:
  • Werkwoordspelling
  • Engelse werkwoorden

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets academische woordenschat + Tussenstop 1 
op __________
Kennis
  • Academische woordenschat les 2: pg.18-19
  • Academische woordenschat 1
  • Tussenstop 1
  • initiaalwoorden en letterwoorden

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies