4V 25-5

Welkom!
Meld je vast aan bij LessonUp
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Meld je vast aan bij LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Nog vragen tot nu toe?
Herhaling vorige week
Uitleg nieuwe stof: strofevormen, sonnet, vrije verzen
Samen oefenen
Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Vragen tot nu toe?

Hou het huiswerk maken echt bij
Hou je begrippenlijst goed bij
Zorg dat je elke les Karel ende Elegast bij je hebt

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling vorige week
Rijmschema
Soorten rijm
Horizontaal en verticaal

Slide 4 - Tekstslide

Rijmschema

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het rijmschema?

Slide 6 - Open vraag

Hoe noem je deze soort rijm: EFEF

Slide 7 - Open vraag

En deze: CCDD

Slide 8 - Open vraag

En deze dan: ABBA

Slide 9 - Open vraag

Hoe noem je deze vorm van rijm?
Kleine Keesje klimt omhoog

Slide 10 - Open vraag

Hoe noem je deze vorm van rijm?
Hoge bomen vervlogen onopgemerkt

Slide 11 - Open vraag

Is dit een horizontaal of een verticaal gedicht?

Slide 12 - Tekstslide


Ik ondervond het sterven aan den lijve,
in dagelijkse omgang met de dood;
ik leef nog; en ik kan er idioot
genoeg niets dieps of zinnigs over schrijven.

De meeste grote woorden zijn te groot
voor zoiets doodgewoons: in leven blijven.
Maar toch, ik kan de liefde nog bedrijven
en bijna alles doen ‘wat God verbood’.

Zo is het dus, jezelf te overleven;
ik kijk naar buiten door dezelfde ruit,
ik schrijf zoals ik altijd heb geschreven,

ik denk, voel, wind mij op en maak geluid,
maar ik besef: door stervenden omgeven
schuif ik alleen mijn deadline voor mij uit 



















Slide 13 - Tekstslide

Horizontaal of verticaal?
A
Horizontaal
B
Verticaal

Slide 14 - Quizvraag

Uitleg nieuwe stof
Een gedicht bestaat uit meerdere strofen. Deze strofen bestaan vaak uit meerdere versregels. 

Je kunt strofen benoemen naar het aantal versregels:

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg nieuwe stof
2 = distichon
3 = terzine
4 = kwatrijn
5 = kwintet
6 = sextet
7 = septet
8 = octaaf

Slide 16 - Tekstslide

'Mijn lief, mijn lief, mijn lief.' Zo sprak mijn lief mij toe,
dewijl mijn lippen op haar lieve lipjes weidden.
De woordjes alle drie, wel klaar en wel bescheiden,
vloeiden mijn oren in, en roerden ('k weet niet hoe)

al mijn gedachten om, staag malend, nimmer moe;
die 't oor mistrouwden en de woordjes wederleiden.
Dies ik mijn vrouwe bad mij klaarder te verbreiden
haar onverwachte reên; en zij verhaald' het doe.

O rijkdom van mijn hart, dat overliep van vreugden!
Bedoven viel mijn ziel in haar vol hart van deugden.
Maar toen de morgenstar nam voor den dag haar wijk

is, met de klare zon, de waarheid droef verrezen.
Hemelse goôn, hoe komt de schijn zo na aan 't wezen,
het leven droom, en droom het leven zo gelijk?



Kwatrijn
Terzine

Slide 17 - Tekstslide

Uitleg nieuwe stof
Vaste dichtvorm: sonnet

14 regels
Octaaf (twee kwatrijnen) en sextet (twee terzines)
Meestal gebaseerd op een tegenstelling met een wending tussen het octaaf en de sextet (verleden - toekomst, positief - negatief). De wending wordt ook wel val of chute genoemd.

Slide 18 - Tekstslide

Uitleg nieuwe stof
Naast vaste dichtvormen, zoals het sonnet of gedichten met steeds dezelfde strofevorm bestaan er ook vrije verzen. 

Vrije verzen zijn gedichten zonder een bepaalde vaste gedichtvorm. 

Slide 19 - Tekstslide

Samen oefenen

Slide 20 - Tekstslide


Natuur is voor tevredenen of legen.
En dan: wat is natuur nog in dit land?
Een stukje bos, ter grootte van een krant,
Een heuvel met wat villaatjes ertegen.

Geef mij de grauwe, stedelijke wegen,
De' in kaden vastgeklonken waterkant,
De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.

Alles is veel voor wie niet veel verwacht.
Het leven houdt zijn wonderen verborgen
Tot het ze, opeens, toont in hun hogen staat.

Dit heb ik bij mijzelven overdacht,
Verregend, op een miezerigen morgen,
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat. 









































De Dapperstraat
Rijmschema?
Vaste dichtvorm?
Alliteratie?
Assonantie?
Indeling in versregels?

Slide 21 - Tekstslide

Welke vaste dichtvorm?

Slide 22 - Open vraag

Rijmschema?
(spatie tussen de strofen)

Slide 23 - Open vraag

Stedelijke wegen -> rijm?
Tevredenen of legen

Slide 24 - Open vraag

Alles is veel voor wie niet veel verwacht

Slide 25 - Open vraag

Hoe noem je de eerste strofe als je die indeelt in versregels?

Slide 26 - Open vraag

Hoe noem je de eerste twee strofen als je die samenneemt en indeelt in versregels?

Slide 27 - Open vraag

Zelfstandig werken
Maken: p. 38 
Opdracht 3 (b en c mag je overslaan)
Opdracht 4 (d en i mag je overslaan)

Dit is huiswerk voor morgen

Slide 28 - Tekstslide