Präteritum und Partizip II von schwachen Verben und haben, sein und werden

Das Verb

Präsens, Präteritum, Partizip II



1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Das Verb

Präsens, Präteritum, Partizip II



Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
  • je kent de tegenwoordige tijd van zwakke werkwoorden in het Duits
  • je kent de verleden tijd en het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden in het Duits

Slide 2 - Tekstslide

zwakke werkwoorden
lernen
duschen
sitzen

Maak 3 korte zinnen met de du-vorm van deze werkwoorden
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wie (gehen)... es dir?
A
gehet
B
geet
C
gehst
D
geht

Slide 5 - Quizvraag

Er (reden)... ohne Pause!
A
redt
B
redet
C
redest
D
redetet

Slide 6 - Quizvraag

Wie (heißen)... du?.
A
heist
B
heibt
C
heißst
D
heißt

Slide 7 - Quizvraag

Präteritum von schwachen Verben



Was ist ein schwaches Verb?

Slide 8 - Tekstslide

Is het werkwoord sterk of zwak?

FAHREN
A
sterk
B
zwak

Slide 9 - Quizvraag

Is het werkwoord sterk of zwak?

WARTEN
A
sterk
B
zwak

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Het werkwoord machen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
machte
machtest
machte
machten
machtet
machten

Slide 13 - Sleepvraag

Aufgabe
Ergänzt die richtigen Formen im Präteritum

Slide 14 - Tekstslide

Wieviel Geld ... (verdienen) ihr?

Slide 15 - Open vraag

Wir ... (verbessern) unser Deutsch.

Slide 16 - Open vraag

Herr Stulter ... (arbeiten) hier sein ganzes Leben.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Partizip II = voltooid deelwoord
Perfekt = v.t.t



Partizip = voltooid deelwoord
Perfekt = v.t.t.

Slide 19 - Tekstslide

Ich habe gemacht
gemacht = Partizip II
habe gemacht = Perfekt = v.t.t

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Ich habe heute nicht ... (trainieren)

Slide 26 - Open vraag

Du hast mich ... (antworten)

Slide 27 - Open vraag

Hat er das Buch schon ... (kaufen) gekauft?

Slide 28 - Open vraag

Wir haben heute viel ... (lernen)

Slide 29 - Open vraag

Partizip I 
Hele werkwoord + d 

Ze maakte de opdracht twijfelend. --> Sie bearbeitete die Aufgabe zweifelnd


Slide 30 - Tekstslide

(summen) ... läuft Alina durch die Straßen.

Slide 31 - Open vraag

Jelles Kollege schenkt (lachen) ... einen Kaffee ein.

Slide 32 - Open vraag

das Plusquamperfekt
Met de onvoltooid verleden tijd beschrijf je iets wat voor een andere gebeurtenis in het verleden ligt. 
Ich hatte ihren Hund schon so oft durch die Webcam gesehen
Formule: Haben/sein in der verleden tijd + voltooid deelwoord

Slide 33 - Tekstslide

Ergänze die richtige Form im Plusquamperfekt (v.v.t.)
gehen: Er ... gerade nach Hause ... , als er krank wurde.

Slide 34 - Open vraag

Ergänze die richtige Form im Plusquamperfekt (v.v.t.)
schicken: Ich ... ihm gerade eine Nachricht ... , als er mich anrief.

Slide 35 - Open vraag

Zeitformen der Vergangenheit
Plusquamperfekt: voltooid verleden tijd
Präteritum: onvoltooid verleden tijd 
Perfekt: voltooid tegenwoordige tijd

Slide 36 - Tekstslide

volgorde van tijd

Slide 37 - Tekstslide

Hausaufgaben
Machen Kapitel 2 Aufgabe 22 und 23 a+b
Lernen schwache Verben in allen Zeiten


Slide 38 - Tekstslide