2.4 Blessures

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is geen veelvoorkomende oorzaak van sport blessures?
A
Overtreding van de spelregels
B
Gebrek aan conditie
C
Slechte weeromstandigheden
D
Veel coördinatie hebben

Slide 2 - Quizvraag

Bij welke blessure of blessures raken de gewrichtsbanden uitgerekt?
A
bij een botbreuk
B
bij een spierscheuring
C
bij een verstuiking
D
bij kramp

Slide 3 - Quizvraag

Wat is geen veelvoorkomende oorzaak van sport blessures?
A
Overtreding van de spelregels
B
Gebrek aan conditie
C
Slechte weeromstandigheden
D
Veel coördinatie hebben

Slide 4 - Quizvraag

Bij welke blessure of blessures raken de gewrichtsbanden uitgerekt?
A
bij een botbreuk
B
bij een spierscheuring
C
bij een verstuiking
D
bij kramp

Slide 5 - Quizvraag

Blessures ontstaan door overbelasting
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Wat is geen veelvoorkomende oorzaak van sport blessures?
A
Overtreding van de spelregels
B
Gebrek aan conditie
C
Slechte weeromstandigheden
D
Veel coördinatie hebben

Slide 7 - Quizvraag

Bij welke blessure of blessures raken de gewrichtsbanden uitgerekt?
A
bij een botbreuk
B
bij een spierscheuring
C
bij een verstuiking
D
bij kramp

Slide 8 - Quizvraag

Bij welke blessure of blessures raken de gewrichtsbanden uitgerekt?
A
bij een botbreuk
B
bij een spierscheuring
C
bij een verstuiking
D
bij kramp

Slide 9 - Quizvraag

Wat is geen veelvoorkomende oorzaak van sport blessures?
A
Overtreding van de spelregels
B
Gebrek aan conditie
C
Slechte weeromstandigheden
D
Veel coördinatie hebben

Slide 10 - Quizvraag

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling 2.3
  2. uitleg 2.4
  3. Zelfstandig aan de slag

Slide 11 - Tekstslide

In je lichaam zitten ……. spieren
A
100
B
300
C
600
D
900

Slide 12 - Quizvraag

Spiervezels vormen samen een ..
A
pees
B
vezel
C
spierstelsel
D
spierbundel

Slide 13 - Quizvraag

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 14 - Quizvraag

Mieke zegt: 'ik heb een spier die nooit moe wordt'.
Kan dit? Zo ja: Wat voor een spier is dit?
A
Nee, spieren worden op een bepaald moment moe
B
Ja, dit is een hartspier
C
Nee, dit komt alleen bij insecten voor
D
Ja, dit is een skeletspier

Slide 15 - Quizvraag

Wat is zijn antagonisten, kies het beste antwoord.
A
Spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken
B
Spieren die een opgaande beweging mogelijk maken
C
Spieren die altijd doorwerken
D
Spieren die een beweging tegenhouden

Slide 16 - Quizvraag

Een ander woord voor de biceps is.
A
Armstrekspier
B
Armbuigspier
C
Armspanspier
D
Armaanspanspier

Slide 17 - Quizvraag

Leerdoelen 2.2 Botten bewegen
De leerlingen kunnen een aantal belangrijke oorzaken noemen voor blessures.
De leerlingen kennen de 3 groepen blessures
De leerlingen weten hoe je blessures kunt voorkomen

Slide 18 - Tekstslide


Een blessure is een beschadiging aan botten, spieren en gewrichten. 
Blessures

Voorbeelden:


Spierscheuring

Botbreuk

Voetbalknie

Kneuzing

Verzwikking

Ontwrichting

RSI/tenniselleboog


Slide 19 - Tekstslide

Botbreuk
Recht zetten + gips en/of een operatie

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Een gewrichtsknobbel schiet uit de gewrichtskom.

De gewrichtsknobbel wordt weer in de kom geduwd. 
Ontwrichting

Slide 22 - Tekstslide

Verstuiking wordt ook wel verzwikking genoemd (alleen is er bij verzwikking geen sprake van het dik worden van de enkel).
De gewrichtsbanden en het gewrichtskapsel rekken dan te ver uit. 
Je hoeft niet naar de dokter, maar het moet goed gekoeld worden. 
Verstuiking

Slide 23 - Tekstslide

Voetbalknie: de noppen blijven in het veld staan en de knie draait. 

Meniscus (meestal binnenste) kan scheuren of rafelen. 
Knieblessure

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Gescheurde banden

Als een sporter in volle vaart stopt en het lichaam draait kunnen de banden afscheuren. Meestal is dat de voorste kruisband. 
Knieblessure

Slide 26 - Tekstslide

Spierpijn

In een werkende spier ontstaan afvalstoffen. Als de afvalstoffen niet genoeg worden afgevoerd door het bloed ontstaat spierpijn. 
Spierblessures

Slide 27 - Tekstslide

Spierkramp en spierscheuring 

Spierkramp:  een spier trekt zich plotseling heel sterk samen.
Je moet stoppen met de beweging, ga je door dan kan de spier scheuren. 
Een plotselinge spierscheuring = een zweepslag
Spierblessures

Slide 28 - Tekstslide

0

Slide 29 - Video

Door een botsing of val kan een kneuzing ontstaan. 

Spiercellen en bloedvaatjes zijn beschadigd, daardoor krijg je een bloeduitstorting = een blauwe plek. 
Kneuzing

Slide 30 - Tekstslide

0

Slide 31 - Video

Voorkomen blessures
1. Kleding en beschermende middelen.
2. intapen.
3. warming-up
4. cooling-down

Slide 32 - Tekstslide

0

Slide 33 - Video

Zelfstandig aan de slag
Wat? Maken van paragraaf 2.4
Hoe? Zelfstandig. In stilte, mag met muziek op
Vraag? Vraag het eerst fluisterend aan je buurman. Komen jullie er samen niet uit, vraag de docent.
Klaar? Ga hoofdstuk 2 leren. Wat vind jij de lastige onderdelen?

Slide 34 - Tekstslide