BS 2.4 Blessures 3VZ

BS 2.4 Blessures leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen wat een blessure is.
  2. Je kunt uitleggen welke blessures aan botten en gewrichten er zijn. 
  3. Je kunt uitleggen welke spierblessures er zijn.
  4. Je kunt uitleggen hoe blessures voorkomen kunnen worden. 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS 2.4 Blessures leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen wat een blessure is.
  2. Je kunt uitleggen welke blessures aan botten en gewrichten er zijn. 
  3. Je kunt uitleggen welke spierblessures er zijn.
  4. Je kunt uitleggen hoe blessures voorkomen kunnen worden. 

Slide 1 - Tekstslide

Welke blessure heb je zelf gehad?

Slide 2 - Woordweb

Leerdoelen 
  1. Je kunt uitleggen wat een blessure is.
  2. Je kunt uitleggen welke blessures aan botten en gewrichten er zijn. 
  3. Je kunt uitleggen welke spierblessures er zijn.
  4. Je kunt uitleggen hoe blessures voorkomen kunnen worden. 

Slide 3 - Tekstslide


Een blessure is een beschadiging aan botten, spieren en gewrichten. 
Blessures

Voorbeelden:


Spierscheuring

Botbreuk

Voetbalknie

Kneuzing

Verzwikking

Ontwrichting

RSI/tenniselleboog


Slide 4 - Tekstslide

Botbreuk
Recht zetten + gips en/of een operatie

Slide 5 - Tekstslide

Een gewrichtsknobbel schiet uit de gewrichtskom.

De gewrichtsknobbel wordt weer in de kom geduwd. 
Ontwrichting

Slide 6 - Tekstslide

Verstuiking wordt ook wel verzwikking genoemd (alleen is er bij verzwikking geen sprake van het dik worden van de enkel).
De gewrichtsbanden en het gewrichtskapsel rekken dan te ver uit. 
Je hoeft niet naar de dokter, maar het moet goed gekoeld worden. 
Verstuiking

Slide 7 - Tekstslide

Voetbalknie: de noppen blijven in het veld staan en de knie draait. 

Meniscus (meestal binnenste) kan scheuren of rafelen. 
Knieblessure

Slide 8 - Tekstslide

Gescheurde banden

Als een sporter in volle vaart stopt en het lichaam draait kunnen de banden afscheuren. Meestal is dat de voorste kruisband. 
Knieblessure

Slide 9 - Tekstslide

Spierpijn

In een werkende spier ontstaan afvalstoffen. Als de afvalstoffen niet genoeg worden afgevoerd door het bloed ontstaat spierpijn. 
Spierblessures

Slide 10 - Tekstslide

Spierkramp en spierscheuring 

Spierkramp:  een spier trekt zich plotseling heel sterk samen.
Je moet stoppen met de beweging, ga je door dan kan de spier scheuren. 
Een plotselinge spierscheuring = een zweepslag
Spierblessures

Slide 11 - Tekstslide

Door een botsing of val kan een kneuzing ontstaan. 

Spiercellen en bloedvaatjes zijn beschadigd, daardoor krijg je een bloeduitstorting = een blauwe plek. 
Kneuzing

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

 2.4 Leerdoelen blessures
  1. Je kunt uitleggen wat een blessure is.
  2. Je kunt uitleggen welke blessures aan botten en gewrichten er zijn. 
  3. Je kunt uitleggen welke spierblessures er zijn.
  4. Je kunt uitleggen hoe blessures voorkomen kunnen worden. 

Slide 14 - Tekstslide

Wat doe jij om een blessure te voorkomen?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Video

Voorkomen blessures
1. Kleding en beschermende middelen.
2. intapen.
3. warming-up
4. cooling-down

Slide 17 - Tekstslide

Voorkomen van blessures
  • Lichaam voorbereiden: warming up
  • warming up: spieren laten bewegen, er stroomt dan bloed door de spieren en je spieren worden warm
  • warme spier trekt makkelijk samen en raakt minder snel overbelast
  • warming up voorkomt blessures aan je gewrichten(verstuiking,ontwrichting)
  • cooling down: zorgen dat er voldoende bloed door de spieren stroomt om afvalstoffen af te voeren. 

Slide 18 - Tekstslide

De meest bekende zweepslag is een scheurtje in:
A
je armbuigspier
B
je bilspier
C
je kuitspier
D
je armtrekspier

Slide 19 - Quizvraag

Waardoor krijg je spierpijn?
A
Weinig afvalstoffen in je spier
B
overbelasting
C
spierkramp
D
Veel afvalstoffen in je spier

Slide 20 - Quizvraag

Waarmee loop je geen risico op blessures
A
Slecht dempende sportschoenen
B
Geen opbouwende hardloopschema
C
Lelijke sportkleding
D
Veel trainen zonder rust

Slide 21 - Quizvraag

Welke van onderstaande keuzes is een blessure aan bot of gewricht?
A
kneuzing
B
ontwrichting
C
bloeduitstorting
D
blauwe plek

Slide 22 - Quizvraag

Welke blessure zie je in de afbeelding?
Let op: je ziet voor-en zij-aanzicht
A
Kneuzing
B
Botbreuk
C
Ontwrichting
D
Spierscheuring

Slide 23 - Quizvraag

Beschadiging van een weefsel, zonder dat er iets breekt of scheurt
A
Verzwikking
B
Kneuzing
C
Voetbalknie

Slide 24 - Quizvraag

Deze persoon heeft haar gewrichtskapsel te ver uitgerekt. Dit noemen wij een...?
A
Kneuzing
B
Ontwrichting
C
Verstuiking
D
Spierscheuring

Slide 25 - Quizvraag

Wat is geen effect van een goede warming-up?
A
De hartslag gaat omhoog
B
De kans op blessures wordt kleiner
C
De spieren worden opgewarmd
D
Je verbrand de meeste calorieën

Slide 26 - Quizvraag