schaal vergrotingsfactor
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De formule van de oppervlakte van een rechthoek is
A
breedte x breedte
B
lengte x breedte
C
lengte x lengte
D
lengte + breedte
Slide 2 - Quizvraag
Dit is een berekening van een oppervlakte.
A
3m x 4m = 12m²
B
3m + 4m = 7m
C
2m + 3m + 2m + 3m = 10m
D
2m x 3m x 4m = 24m³
Slide 3 - Quizvraag
Een tegel is 2 meter lang en 3 meter breed. De tegel is
A
2m²
B
3m²
C
5m²
D
6m²
Slide 4 - Quizvraag
Welke lengte eenheden missen in dit rijtje?
km - ... - dam - m - dm - ... - mm
km - ... - dam - m - dm - ... - mm
A
hm - dm
B
cm - mm
C
hm - cm
D
hm - mm
Slide 5 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting 'dam'
A
dal
B
hectare
C
deciliter
D
decameter
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent de afkorting 'hm'
A
hectometer
B
hele meter
C
H&M
D
kilometer
Slide 7 - Quizvraag
Wat is een
vergrotingsfactor?
vergrotingsfactor?
Slide 8 - Woordweb
Wat is de formule voor de vergrotingsfactor?
A
lengte x breedte
B
origineel : beeld
C
beeld : origineel
D
lengte x breedte : 2
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de vergrotingsfactor?
A
2,5
B
2
C
18,75- 7,5 = 11,25
D
iets meer dan 1
Slide 10 - Quizvraag
Wat is hier de vergrotingsfactor?
A
1
B
1,5
C
1,7
D
2,1
Slide 11 - Quizvraag
De vergrotingsfactor is ...
A
16
B
0,625
C
1,6
D
6,25
Slide 12 - Quizvraag
De vergrotingsfactor van een verkleining
A
is kleiner dan 0
B
ligt tussen 0 en 1
C
is groter dan 1
D
ligt tussen -1 en 1
Slide 13 - Quizvraag
De grote dino is het orgineel.
Wat is de
vergrotingsfactor?
Wat is de
vergrotingsfactor?
A
1, 9 : 2,8 = 0,68
B
2,8 : 1,9 = 1,47
Slide 14 - Quizvraag
Bereken de vergrotingsfactor.
A
4 : 8 = 0,5
B
4 : 14 = 0,29
C
8 : 14 = 0,57
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de vergrotingsfactor?
A
4
B
2
C
8
D
5
Slide 16 - Quizvraag
Wat is hier de vergrotingsfactor?
A
0,25
B
1
C
2
D
4
Slide 17 - Quizvraag
De oppervlakte van de foto is 15 cm
Bereken de oppervlakte van de vergroting:
De foto wordt vergroot met factor 6.
oppervlakte vergroting = vergrotingsfactor x oppervlakte orig.
Bereken de oppervlakte van de vergroting:
De foto wordt vergroot met factor 6.
oppervlakte vergroting = vergrotingsfactor x oppervlakte orig.
2
2
A
90
B
51
C
5,40
D
540
Slide 18 - Quizvraag
3 cm wordt 5 keer groter in werkelijkheid.
Wat is de schaal?
Wat is de schaal?
A
1:5
B
5:1
C
x5
D
3:15
Slide 19 - Quizvraag
De schaal is 1 : 400
Hoe spreek je dit uit?
Hoe spreek je dit uit?
A
1 dubbele punt 400
B
1 2 stipjes 400
C
1 gedeeld door 400
D
1 staat tot 400
Slide 20 - Quizvraag
De schaal is 1:400.
Wat is de vergrotingsfactor?
A
1
B
400
C
0,4
D
4000
