algemene regels voor naamgeving
- begin met de stam (langste koolstofketen)
- inventariseer welke karakteristieke groepen aan de stam zitten
- geef met een een nummer aan op welke plaats
* op de toets krijg je stoffen die uit een keten van max 6 c-atomen bestaan en slecht 1 soort karakteristieke groep hebben (+ evt 1 zijtak of dubbele binding)
* vwo krijgt minimaal 1 stof waarbij prioriteit belangrijk is