V4 - TH4 (V5) - DNA - BS4

Thema 4 (V5) DNA

BS 3 DNA-transcriptie 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 4 (V5) DNA

BS 3 DNA-transcriptie 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen BS3
Na deze les kun je: 
  • beschrijven hoe transcriptie plaatsvindt. 

Slide 2 - Tekstslide

Begrippen BS3
RNA
ribose
uracil (U)
messenger RNA (mRNA)
ribosomaal RNA (rRNA)
transfer-RNA (tRNA)
transcriptie
RNA-polymerase
promotor
transcriptie factoren
template -streng/ matrijsstreng
coderende streng
pre-mRNA
RNA-processing
introns
exons
spliceosoom
splicing

Slide 3 - Tekstslide

BS 2
BS 3
BS 4
kopiëren        omzetten            vertalen 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
DNA 3'-TTACCAAAGCTGATGT-5'
RNA 5'-AAUGGUUUCGACUACA-3'

Slide 8 - Tekstslide

RNA-processing
exon:
  • coderende stuk

intron:
  • niet coderend stuk
  • wordt verwijderd 
  • =splicing

Slide 9 - Tekstslide

Thema 4 (V5) DNA

BS 4 Translatie en eiwitsynthese 

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen BS4
Na deze les kun je: 
  • beschrijven hoe translatie plaatsvindt. 
  • beschrijven hoe eiwitsynthese plaatsvindt. 

Slide 11 - Tekstslide

Begrippen BS4
codon
triplet
genetische code
tripletcode
startcocon
translatie
anticodon
polyribosomen
release-factor

Slide 12 - Tekstslide

Overzicht
BS2          BS3                BS4

Slide 13 - Tekstslide

van RNA naar eiwitten
thema 1: locatie = ribosomen
wat hebben de ribosomen nodig? 
  • RNA
  • aflezen per drie nucleotiden = codon = triplet = tripletcode
  • hoe? zie tabel binas 67H

Slide 14 - Tekstslide

BiNaS 71H
leer deze tabel af te lezen! 

dit gaan we nu eerst oefenen

(proces in ribosomen volgende les) 

Slide 15 - Tekstslide

transcriptie
  • RNA polymerase
  • herschrijven DNA naar RNA
  • bouwstenen AUGC 
  • in celkern -> naar cytoplasma 
  • start: promotor
  • einde: eindsignaal

translatie 
  • in ribosomen 
  • gebruikt codons in het RNA 
  • bouwstenen: aminozuren
  • in cytoplasma 
  • start: AUG / methionine
  • stop: stopcodon

Slide 16 - Tekstslide

BiNaS 71G
vb: CAG
1e base
  • C: 1e kolom
2e base
  • A:  horizontaal
3e base
  • G: laatste kolom

Slide 17 - Tekstslide

BiNaS 71G
vb: CAG
1e base
  • C: 1e kolom
2e base
  • A:  horizontaal
3e base
  • G: laatste kolom

Slide 18 - Tekstslide

tRNA 
  • kleine stukjes enkel strengs RNA (wel met 3D vorm)
  • anticodon voor aminozuur

Slide 19 - Tekstslide

ribosoom
bestaan uit: rRNA en eiwitten

kleine deel:
mRNA-bindingsplaats 

grote deel: 
3-tRNA-bindingsplaatsen
(transfer RNA) 

Slide 20 - Tekstslide

ribosoom
tRNA-bindingsplaatsen: 
  • E = exit
  • P = peptidebinding
  • A = activatie 

Slide 21 - Tekstslide

ribosoom

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

polyribosomen
  • 1 RNA molecuul
  • meerdere ribosomen 
    tegelijk aan het werk
  • release factor =
    plek met stopcodon = 
    loslaten keten

Slide 24 - Tekstslide

verse eiwitten 
  • in cytoplasma
  • eerst 3D-bewerking
  • eerste bewerking in ER
  • uitgebreidere bewerking 
    in golgisysteem

Slide 25 - Tekstslide

maak opgaven 

23 t/m 26


Slide 26 - Tekstslide