§ 1.3 Berekenen van het BBP: de subjectieve methode

§1.3 Berekenen
BBP: de subjectieve methode
Hoe berekenen we de toegevoegde waarde / het BBP via de subjectieve methode?

Kernwoorden:
- productiefactoren
- primair inkomen
- loonquote / AIQ

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

§1.3 Berekenen
BBP: de subjectieve methode
Hoe berekenen we de toegevoegde waarde / het BBP via de subjectieve methode?

Kernwoorden:
- productiefactoren
- primair inkomen
- loonquote / AIQ

Slide 1 - Tekstslide

Vervolg voorbeeld § 1.2
In de vorige paragraaf hebben we in het voorbeeld van de kledingzaak gezien dat de productie (toegevoegde waarde) gelijk was aan €12.500. Is dit winst?
................................................................................................................................................................................................................................................................................................

Slide 2 - Tekstslide

Vervolg voorbeeld § 1.2
In de vorige paragraaf hebben we in het voorbeeld van de kledingzaak gezien dat de productie (toegevoegde waarde) gelijk was aan €12.500. Is dit winst?
Nee, de productiefactoren moeten hiervan nog betaald worden.
Bijvoorbeeld loon voor de medewerkers en huur voor het pand.

Slide 3 - Tekstslide

Productiefactoren
Er zijn vier productiefactoren:
- kapitaal: we bedoelen kapitaalgoederen, zoals machines, inventaris en gebouwen
- arbeid: iedereen die in loondienst is.
- natuur: alles wat we rechtstreeks uit de natuur halen. 
- ondernemersactiviteit: wordt geleverd door de eigenaren van bedrijven. Deze leveren ideeën en lopen het risico.

Slide 4 - Tekstslide

Beloningen productiefactoren
Productiefactor:              Beloning:
kapitaal                           ..............................
arbeid                             ..............................
natuur                             ..............................
ondernemerschap          ..............................

Slide 5 - Tekstslide

Beloningen productiefactoren
Productiefactor:              Beloning:
kapitaal                           rente / huur
arbeid                             loon
natuur                             pacht
ondernemerschap          winst

Slide 6 - Tekstslide

Primair inkomen 
Het totaal van alle beloningen van de productiefactoren is het totale primaire inkomen in een land 
= binnenlands inkomen 
= binnenlands product

Slide 7 - Tekstslide

De toegevoegde waarde kan je dus op twee manieren berekenen (geen rekening houdend met afschrijvingen):

Toegevoegde waarde = omzet – ..............................................
..................................................................................................

Toegevoegde waarde = ........................ + ........................ + ........................ + ........................ + ........................ 

Slide 8 - Tekstslide

De toegevoegde waarde kan je dus op twee manieren berekenen (geen rekening houdend met afschrijvingen):

Toegevoegde waarde = omzet – inkoop – diensten van derden

Toegevoegde waarde = loon + pacht + huur + rente + winst

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Loonquote
Bij de subjectieve methode kun je zien welk ‘onderdeel’ van de economie voor welk gedeelte bedraagt aan het nationaal inkomen.
Om te kijken hoeveel arbeid bijdraagt, kunnen we de loonquote gebruiken:
 
Loonquote = loon / NBI x 100%

Slide 12 - Tekstslide

Arbeidsinkomensquote (AIQ)
Het AIQ geeft een beter beeld van welk gedeelte van het NBP door arbeid wordt verdient, omdat veel zelfstandigen weliswaar winst krijgen, maar dit vooral verdienen door zelf in hun bedrijf te werken.
 
Arbeidsinkomensquote (AIQ) = (loon + toegerekend loon zelfstandigen) / NBI x 100%

Slide 13 - Tekstslide

Waarom zouden we loon zelfstandigen mee willen rekenen?

................................................................................................. 
................................................................................................. 
................................................................................................. 
................................................................................................. 
................................................................................................. 

Slide 14 - Tekstslide

Waarom zouden we loon zelfstandigen mee willen rekenen?

Het AIQ geeft een beter beeld van welk gedeelte van het inkomen door arbeid wordt verdient, omdat veel zelfstandigen weliswaar winst krijgen, maar dit vooral verdienen door zelf in hun bedrijf te werken.

Slide 15 - Tekstslide

In welk land zal de loonquote (waarschijnlijk) het hoogst zijn?
A
Rusland
B
Duitsland
C
Verenigde Staten
D
Malawi

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video