Markt voorkennis

Voorkennis uit klas 5 markt
Domein D
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voorkennis uit klas 5 markt
Domein D

Slide 1 - Tekstslide

Op de volgende twee marktvormen kunnen de producten heterogeen zijn:
A
volkomen concurrentie en oligopolie
B
volkomen concurrentie en monopolistische concurrentie
C
monopolistische concurrentie en oligopolie
D
volkomen concurrentie en monopolie

Slide 2 - Quizvraag

De kruislingse elasticiteit is -1,4.
Bewering: “Het gaat hierbij om complementaire goederen. “
A
De bewering is juist, want de kruiselingse elasticiteit is negatief.
B
De bewering is juist, want kruiselingse elasticiteit is kleiner dan -1.
C
De bewering in onjuist, want bij complementaire goederen is elasticiteit positief
D
De bewering is onjuist, want bij complementaire goederen is elasticiteit groter dan 1

Slide 3 - Quizvraag

Als de producent de prijs verhoogt bij een elasticiteit van -0,3 zal de omzet ....
A
Dalen
B
Stijgen

Slide 4 - Quizvraag

De prijs stijgt van €4 naar €5, de vraag daalt van 800 naar 750, wat is de prijs elasticiteit?
A
-0.25
B
-1
C
-0.5
D
-2.5

Slide 5 - Quizvraag

De elasticiteit is -3.
De gevraagde hoeveelheid is met 15% gestegen.

Met hoeveel is de prijs gedaald?
A
3%
B
5%
C
15%
D
45%

Slide 6 - Quizvraag

De elasticiteit is -0,2.
De prijs is gedaald met 5%.
De nieuwe hoeveelheid is 1000.

Hoe groot was de oude hoeveelheid?
A
precies 950
B
952
C
precies 900
D
990

Slide 7 - Quizvraag

Maximale winst bereik je door te produceren tot de Q voldoet aan de volgende vergelijking:
A
TO=TK
B
MO=MK
C
Qa=Qv
D
MO=0

Slide 8 - Quizvraag

maximale omzet bereik je door te produceren tot Q voldoet aan de volgende vergelijking:
A
MO = 0
B
MO = MK
C
TO = TK
D
Qa = Qv

Slide 9 - Quizvraag

De qa' ontstaat door een heffing van de overheid. Hoe hoog is de heffing?
A
150
B
200
C
37,5
D
800

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel procent van de heffing wordt doorberekend in de verkoopprijs?
A
150%
B
100%
C
75%
D
33,3%

Slide 11 - Quizvraag

Gegeven een kostenfunctie TK. Wat is de MK-functie? Let op:
notatie machten: ^2 ^3 etc.
breuk: 2/3
geen spaties
Begin met MK=

Slide 12 - Open vraag

Welke doelstelling hanteert het bedrijf als ze een prijs van 1200 rekenen?
A
maximale winst
B
maximale omzet
C
break even

Slide 13 - Quizvraag

Van welke marktvorm kan dit geen grafiek zijn?
A
Volledige mededinging
B
monopolistische concurrentie
C
monopolie
D
oligopolie

Slide 14 - Quizvraag

De marginale kosten MK zijn 10. Tegen welke prijs is de winst maximaal?
A
15 euro
B
20 euro
C
30 euro
D
35 euro

Slide 15 - Quizvraag

De MK zijn nog steeds 10. Bereken de maximale omzet.
A
30.000 euro
B
900.000 euro
C
300.000 euro
D
90.000 euro

Slide 16 - Quizvraag

Van welke marktvorm(en) kan dit een grafiek zijn?
A
Monopolistische concurrentie
B
Monopolie
C
Volledige mededinging
D
Oligopolie

Slide 17 - Quizvraag

Bereken de break even omzetten vanuit de 2 break even points
A
40 en 75
B
200 en 375
C
400 en 750
D
20 en 400

Slide 18 - Quizvraag

Bereken de maximale Totale Winst TW
A
40
B
300
C
60
D
240

Slide 19 - Quizvraag