Pruiken en Revoluties, een introductie

Pruiken en Revoluties
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Pruiken en Revoluties

Slide 1 - Tekstslide

Een overzichtelijk hoofdstuk
De pruikentijd
Revoluties in Amerika, Frankrijk en Nederland
Napoleon en Europa
de afschaffing van de slavernij

Slide 2 - Tekstslide

Lodewijk XlV

Slide 3 - Woordweb

Wetenschappelijke Revolutie

Slide 4 - Woordweb

De standensamenleving in Frankrijk

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf twee verplichtingen op van de derde stand.

Slide 6 - Open vraag

Schrijf twee voorrechten (privileges) op van de eerste en tweede stand

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat zag je op de afbeelding?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

De Verlichting

Slide 11 - Tekstslide

Verlichting
- gebruik je ratio
- optimistisch
- een betere wereld
- gericht op de maatschappij
- godsdienst/bijgeloof
- begin mensenrechten (gelijkheid)
- begin rechtsstaat

Slide 12 - Tekstslide

Verlichte denkers

Slide 13 - Woordweb

Slide 14 - Video

Verlichte denkers
Montesquieu. Montesquieu vond dat het verschrikkelijk was als koningen alle macht hadden. Hij bedacht het systeem van de driemachtenleer (Ook wel trias politica of scheiding der machten) dat wij vandaag nog steeds gebruiken, met rechters (rechterlijke macht), een regering (uitvoerende macht), en een parlement (wetgevende macht), en niet met een koning die de machten had van alle drie deze dingen.

Jean-Jacques Rousseau. Rousseau werkte het idee van de volkssoevereiniteit uit. Dit houdt in dat het volk soeverein is, oftewel dat het volk de macht heeft. Hij vond dat burgers hun soevereiniteit moesten geven aan een volksvergadering, die voor hen zou beslissen wat het beste was voor het land. Dit systeem zien wij ook nog in Nederland. De regering en de Tweede Kamer beslissen voor ons wat het beste is voor het land.

Slide 15 - Tekstslide

Verlichte denkers
John Locke. Locke vond dat het de taak van de overheid om de rechten van burgers, oftewel mensenrechten, te beschermen. Hij was ook tegenstander van de droit divin. Hij vond dat koningen hun macht niet van God kregen, maar juist van het volk.

Voltaire. Voltaire had veel kritiek op de Katholieke kerk, die volgens hem bijgeloof en intolerantie verspreidden. Voltaire was een deïst. Hij geloofde in God, maar hij geloofde dat God niet meer actief was in de wereld. Het beste machtssysteem was volgens Voltaire verlicht absolutisme. Dat houdt in dat een koning, die verlicht denkt, goede beslissingen neemt voor het volk, omdat het volk te dom zou zijn om zelf beslissingen te nemen.

Slide 16 - Tekstslide