In de achttiende eeuw ging het in de Nederlanden niet zo goed. Amsterdam bleef een grote handelsstad, maar er kwam steeds meer concurrentie vanuit Hamburg en Londen. De handel in de Nederlanden ging daardoor steeds slechter. Echter groeide de bevolking snel. De prijzen van voedsel stegen daarom sterk. Gevolgen: veel werklozen, dure producten, mensen kwamen bij de armenzorg terecht of moesten bedelen. Er kwam steeds meer kritiek op de regenten. Boeren en burgers vonden het oneerlijk dat zij honger leden, terwijl de bestuurders op mooie landgoederen buiten de stad woonden.