Opdracht 2
volstrekt (tekst 2, al. 1) – helemaal; volkomen
clou (tekst 2, al. 3) – kern van een grap of verhaal
geïntroduceerd (tekst 2, al. 4) – ingevoerd als iets nieuws
stereotypen (tekst 2, al. 4) – vaste beelden/voorstellingen van een bepaald type persoon
of bevolkingsgroep
stigmatiseren (tekst 2, al. 6) – vaste kenmerken toeschrijven aan mensen of groepen
etnische (tekst 2, al. 8) – betrekking hebbend op een volk of bevolkingsgroep
trend (tekst 2, al. 9) – ontwikkeling; mode
bij de gratie van (tekst 2, al. 10) – dankzij
absurd (tekst 2, al. 11) – onzinnig; dwaas
morele (tekst 2, al. 11) – zedelijke; te maken hebbend met je gevoel voor wat wel en niet kan
superioriteit (tekst 3) – het beter zijn dan een ander
op de hak neemt (tekst 3) – bespot