Hoofdstuk 5: paragraaf 2

Hoofdstuk 5: Nationalisme en imperialisme
Paragraaf 2: Europa gaat over de wereld heersen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5: Nationalisme en imperialisme
Paragraaf 2: Europa gaat over de wereld heersen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Terugblik
Leerdoelen
Instructie
Verwerking
Aan de slag!
Afsluiting
Bron 1: Spoorlijn in Nederlands-Indië.

Slide 2 - Tekstslide

Studiewijzer
d
Week 23
Lesdoel
Opdracht
3 juni t/m 7 juni
A: Je kunt beschrijven hoe de overzeese handelscontacten van Europeanen uitgroeiden tot wereldrijken

B: Je kunt de belangrijkste oorzaken van het modern imperialisme noemen

C: Je kunt een beschrijving geven van het bestuur en de economie in Brits-Indië
Lees: Paragraaf 2, hoofdstuk 5

Maak: Opgave 3 t/m 13. 
Leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

A: van handelspost naar imperium
16e eeuw: 
Ontstaan wereldeconomie

Amerika 16e/17e eeuw: Veroveringen in Amerika; plantagebouw. 

Afrika en Azië tot 19e eeuw:
  • Handelsposten
  • Onontdekt binnenland
Bron 2: Amerika, zoals verdeeld over de verschillende Europese landen rond 1750

Slide 4 - Tekstslide

A: van handelspost naar imperium
19e eeuw:
  • Europeanen gaan Aziatisch en Afrikaans binnenland bezetten.

Waarom?
Bron 3: De Britse-Amerikaanse ontdekkingsreiziger 
en journalist Henry Morton Stanley .

Slide 5 - Tekstslide

A: van handelspost naar imperium
19e eeuw:
  • Europeanen gaan Aziatisch en Afrikaans binnenland bezetten.

Waarom?
  • Verkrijgen van meer grondstoffen voor de industrie
  • Status bij het stichten van een imperium (wereldrijk).
  • Modern imperialisme
Bron 4: Kaart van Afrika in 1913.

Slide 6 - Tekstslide

B: Oorzaken van modern imperialisme
Vier oorzaken modern imperialisme (noteer in je schrift!)
  1. Economisch voordeel
  2. Technologische vooruitgang. 
  3.  Aanzien en macht
  4. Superioriteitdenken
  • ''wij zijn beter dan de ander.''
  • Racisme

Slide 7 - Tekstslide

Verwerking
Je gaat kijken naar een aantal fragmenten.
Welke van de 4 oorzaken van het imperialisme past het beste bij het fragment/afbeelding/etc.
  • Noteer je antwoord in je schrift
doe het zo: 1 = ....
                      2 = ....

Slide 8 - Tekstslide

1.
Bron: Weg naar olieplantage in Nederlands-Indië wordt aangelegd. 

Slide 9 - Tekstslide

2.

Slide 10 - Tekstslide

3.

Slide 11 - Tekstslide

4. Blanke man laat zich dragen door oorspronkelijke inwoners in West-Afrika. 

Slide 12 - Tekstslide

Antwoorden fragmenten:
1= economisch belang: olie was een belangrijke grondstof en bracht geld op.
2= Brits volkslied geeft aan dat de Britten zich 'superieur' voelen boven andere volkeren. Het hebben van een imperium gaf hen tevens 'aanzien en macht' tegenover andere landen.  
3= technologische vooruitgang: De Britten hebben moderne wapens (geweren) en zijn daarmee makkelijk in staat de inheemse Afrikaanse bevolking te overwinnen/doden. Zij hebben speren en een eenvoudige uitrusting. 
4= superioriteit denken: De blanke man voelt zich beter en laat zich dragen door de 'zwarte mannen/slaven'. 

Slide 13 - Tekstslide

Maakwerk: 
Lees zelf nogmaals de leerteksten.
Maak nu uit je boek: par 5.2
Opdracht 3 t/m 13
Zorg dat dit de volgende les af is! Succes!
timer
25:00

Slide 14 - Tekstslide

Hoofdstuk 5: Nationalisme en imperialisme
Paragraaf 2: Europa gaat over de wereld heersen

Slide 15 - Tekstslide

Wat gaan wij vandaag doen?
Terugblik
Leerdoelen
Instructie
Verwerking
Aan de slag!
Afsluiting
Bron 1: Delhi Durbar van 1911 met koning George V. 

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!
Lees: Paragraaf 5.2, hoofdstuk 5 blz. 73-74 samen
Maak: Opgave 3 t/m 13 van paragraaf 5.2, hoofdstuk 5.

Klaar?
  • Samenvatten, begrippen leren, leerdoelen uitwerken
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Welke oorzaak voor modern imperialisme zie je hier?
A
Grondstoffen
B
Afzetmarkt
C
Bemoeien met lokaal bestuur
D
Nationalisme

Slide 18 - Quizvraag

Welke oorzaak voor modern imperialisme zie je hier?
A
Grondstoffen
B
Afzetmarkt
C
Bemoeien met lokaal bestuur
D
Nationalisme

Slide 19 - Quizvraag

Wat is dit voor soort oorzaak voor modern imperialisme?
A
Economisch
B
Politiek
C
Cultureel
D
Sociaal

Slide 20 - Quizvraag

Wat is dit voor soort oorzaak voor modern imperialisme?
A
Economisch
B
Politiek
C
Cultureel
D
Sociaal

Slide 21 - Quizvraag

Wat is geen oorzaak voor het modern imperialisme?
A
Koloniën zijn ideaal als afzetgebied
B
Het hebben van een imperium geeft macht en aanzien.
C
De inheemse bevolking wilde graag onderdeel zijn van een Europees land.
D
Door de industriële revolutie was er een technologische voorsprong.

Slide 22 - Quizvraag

Een oorzaak van het modern imperialisme is het verkrijgen van aanzien en macht
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quizvraag

Wat zijn oorzaken voor dit moderne imperialisme?
A
Nationalisme (macht + aanzien voor eigen land vergroten)
B
Ze verveelden zich
C
Industriële revolutie (wapens + moderne schepen en spoorlijnen)
D
Kapitalisme (het streven naar winst)

Slide 24 - Quizvraag

Studiewijzer
d
Week 23
Lesdoel
Opdracht
10 t/m 14 juni
A: Je kunt beschrijven hoe de overzeese handelscontacten van Europeanen uitgroeiden tot wereldrijken

B: Je kunt de belangrijkste oorzaken van het modern imperialisme noemen

C: Je kunt een beschrijving geven van het bestuur en de economie in Brits-Indië
Lees: Paragraaf 2, hoofdstuk 5

Maak: Opgave 3 t/m 13. 
Leerdoelen

Slide 25 - Tekstslide

C: Brits-Indië
Groot-Britannie: meest succesvol tijdens het modern imperialisme.
Bron 2: Kaart van het Britse rijk op haar hoogtepunt.  (

Slide 26 - Tekstslide

C: Brits-Indië
Brits-Indië
  • Belangrijkste Britse kolonie
  • India, Sri Lanka, Pakistan, Bangladesh en deel Myanmar

  • 1880: 250 miljoen inwoners
  • 1880: 1.000 ambtenaren en slechts 40.000 soldaten.

Hoe was dit mogelijk?
Bron 2: Kaart van Brits-Indië

Slide 27 - Tekstslide

C: Brits-Indië
Indirect Bestuur
  • Gebruik lokale vorsten
  • Orders Britse ambtenaren
  • Britten hielden bestuur stevig in de hand. 
Bron 2: Mir Jafar en zijn zoon. Mir Jafar was een vorst van Bengalen (in India) die namens de Britten het gebied mocht besturen.

Slide 28 - Tekstslide

C: Brits-Indië
Economisch India erg belangrijk:
  • Goedkope grondstoffen; katoen, thee, kleurstoffen
  • Grote afzetmarkt

  • Infrastructuur wordt aangelegd
  • Bevolking onderwezen 'beschaven'

Slide 29 - Tekstslide

In 1858 werd Brits-Indië een Engelse kolonie.

Om welke reden merkten de inwoners weinig van deze verandering in het bestuur?
A
De bevolking sprak geen Engels en kon Engelse mededelingen niet lezen
B
De fabrieksbazen kregen orders van de Britse ambtenaren en voerden die uit
C
De Britse ambtenaren bestuurden het land indirect via de plaatselijke adel
D
De Britse regering stuurde geen Britse soldaten of ambtenaren naar de kolonie

Slide 30 - Quizvraag

Uit welke hedendaagse landen bestond Brits Indië?
A
India, Pakistan, Bangladesh, Sri Lanka en Afghanistan
B
India, Pakistan, Bhutan, Sri Lanka en Afghanistan
C
India, Pakistan, Bangladesh, Sri Lanka en Myanmar
D
India, Pakistan, Bangladesh, Myanmar en Nepal

Slide 31 - Quizvraag

Aan de slag!
Lees: Paragraaf 2, hoofdstuk 5

Maak do: Opgave 3 t/m 13 van paragraaf 5.2, hoofdstuk 5.

Klaar?
  • Samenvatten, begrippen leren, leerdoelen uitwerken
  • Leren begrippen/oefentoetsen Test Jezelf online toetsweek: 
  • (par 4.1+4.2/Par 5.1 + 5.2)
timer
5:00

Slide 32 - Tekstslide