3 H5.4 Zijde berekenen met de tangens

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

3t H5.4 Zijden berekenen met tangens 

Welke spullen heb je nodig voor de les?

 Leg ze op tafel.

• chromebook met oortjes     
  
• Leerboek     
  
• Werkboek     
  
• Schrift     
  
• Schrijfspullen     
  
• Rekenmachine     
  
• Geodriehoek/liniaal     
  

Wat gaan we in deze les doen?

• Filmpjes kijken en oefeningen maken in Lessonup,    
  
• Boek 5.4 gele blokken lezen,    
  
• Opgaven maken (zie Lessonup)    
  
• 5.4 Nakijken en verbeteren    
  
• In Magister, verder werken aan weektaak    
  
• Vragen stellen aan de uitlegtafel.
  

Wat leer je in deze les?

• Hoe we de zijden van een rechthoekige driehoek berekenen met de tangens
• Hoe we een hulpsommetje kunnen gebruiken bij de berekening van een zijde 
• Hoe we een schets kunnen maken bij een verhaaltjessom.

3=​[?]​​6​​

Bekijk in de volgende dia het filmpje over het berekenen van een zijde in een driehoek met de tangens

Lees het gele blok op blz. 266 en 267

 maak opgave: 38, 39, 41, 43

Lees het gele blok op blz. 268

 maak opgave: 45, 46, 47, A48, A49

zijde berekenen als de hoek bekend is

C

A

B

15 cm

35°

?

tan∠B=​A​​O​​

tan35=​15​​?​​

zijde berekenen als de hoek bekend is

C

A

B

15 cm

35°

?

tan∠B=​A​​O​​

tan35=​15​​?​​

2=​3​​6​​

?=tan35⋅15

de '6' moet je weten 

dus '2x3' 

tan35⋅15=10,5

zijde berekenen als de hoek bekend is

C

A

B

15 cm

35°

?

tan∠B=​A​​O​​

tan35=​15​​?​​

2=​3​​6​​

?=tan35⋅15

de '6' moet je weten 

dus '2x3' 

tan35⋅15=10,5

AC = 10,5 cm

zijde berekenen als de hoek bekend is

C

A

B

?

40°

68

cm

tan∠B=​A​​O​​

tan40=​?​​68​​

zijde berekenen als de hoek bekend is

C

A

B

?

40°

68

cm

tan∠B=​A​​O​​

tan40=​?​​68​​

2=​3​​6​​

?=​tan40​​68​​

de '3' moet je weten 

dus '6:2' 

​tan40​​68​​=81,0

zijde berekenen als de hoek bekend is

C

A

B

?

40°

68

cm

tan∠B=​A​​O​​

tan40=​?​​68​​

2=​3​​6​​

?=​tan40​​68​​

de '3' moet je weten 

dus '6:2' 

AB = 81,0 cm

​tan40​​68​​=81,0

Hoe zit het ook alweer: de stelling van Pythagoras

kz

kz

lz

_________________+

5

12

?

25

144

169

PR=√​169​​​=13

Hoe zit het ook alweer: de stelling van Pythagoras

kz

kz

lz

_________________+

6

?

10

36

64

100

DF=√​64​​​=8

100-36

Heb je nog vragen?

Ga dan naar de uitlegtafel!!

Klaar?

Nakijken en verbeteren!!

Einde les 5.4