Leerjaar 4 Tangens

getal en ruimte 3 kgt hst 5
Hoofdstuk 6
Goniometrie

Tangens
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

getal en ruimte 3 kgt hst 5
Hoofdstuk 6
Goniometrie

Tangens

Slide 1 - Tekstslide

schuine zijde
(altijd tegenover de rechte hoek)
rechthoekszijde
rechthoekszijde
Tangens kun je alleen gebruiken bij een rechthoekige driehoek

Slide 2 - Tekstslide


Wat is de lange zijde?
A
PQ
B
QR
C
PR

Slide 3 - Quizvraag


Vanuit ∠P, wat is de 
overstaande zijde?
A
PQ
B
QR
C
PR

Slide 4 - Quizvraag


Vanuit ∠Q, wat is de 
aanliggende zijde?
A
PQ
B
QR
C
PR

Slide 5 - Quizvraag


Vanuit ∠Q, wat is de 
overstaande zijde?
A
PQ
B
QR
C
PR

Slide 6 - Quizvraag

C
A
B
vanuit LC : 
AB is de overstaande zijde, 
AC is de aanliggende zijde
vanuit LB 
AC is de overstaande zijde, 
AB is de aanliggende zijde
BC is altijd de lange zijde 
(tegenover de rechte hoek)

Slide 7 - Tekstslide


Vanuit ∠P, wat is de 
aanliggende zijde?
A
PQ
B
QR
C
PR

Slide 8 - Quizvraag

Tangens
tan=aanliggendezijdeoverstaandezijde
tangens ronden we af op 3 decimalen

Slide 9 - Tekstslide

Zijde berekenen als de hoek bekend is
C
A
B
15 cm
35°
?
tanB=AO
tan35=15?

Slide 10 - Tekstslide

Zijde berekenen als de hoek bekend is
C
A
B
15 cm
35°
?
tanB=AO
tan35=15?
2=36
?=tan3515
de '6' moet je weten 
dus '2x3' 
tan3515=10,5

Slide 11 - Tekstslide

Zijde berekenen als de hoek bekend is
C
A
B
15 cm
35°
?
tanB=AO
tan35=15?
2=36
?=tan3515
de '6' moet je weten 
dus '2x3' 
tan3515=10,5
AC = 10,5 cm

Slide 12 - Tekstslide

Zijde berekenen als de hoek bekend is
C
A
B
?
40°
68
cm
tanB=AO
tan40=?68

Slide 13 - Tekstslide

Zijde berekenen als de hoek bekend is
C
A
B
?
40°
68
cm
tanB=AO
tan40=?68
2=36
?=tan4068
de '3' moet je weten 
dus '6:2' 
tan4068=81,0

Slide 14 - Tekstslide

Hoe zit het ook alweer: De stelling van Pythagoras
kz
kz
lz
_________________+
5
12
?
25
144
169
PR=169=13

Slide 15 - Tekstslide

Hoe zit het ook alweer: de stelling van Pythagoras
kz
kz
lz
_________________+
6
?
10
36
64
100
DF=64=8
100-36

Slide 16 - Tekstslide