Lezen als een expert!

Lezen als een expert!

2 oktober 2024
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Lezen als een expert!

2 oktober 2024

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  •  Even kletsen...
  • Lesdoelen
  • Lezen: Blok 1
  • Tekstdoelen
  • Leesmanieren
  • Tekstopbouw
  • Zelf aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Even kletsen...
  •  Wie ben ik ook al weer?
Mevrouw Azaimi
  • Wat kom ik hier doen?
  • Vragen...?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les...
  • herken je verschillende tekstdoelen;
  • kun je aangeven hoe een tekst is ingedeeld.

Slide 4 - Tekstslide

Lezen: blok 1
We gaan het hebben over...
  • Tekstdoelen
  • Leesmanieren
  • Tekstopbouw


Slide 5 - Tekstslide

Tekstdoelen: welke zijn er?
  1. Informeren
  2. Uitleggen
  3. Mening geven
  4. Overtuigen
  5. Amuseren
  6. Activeren

Slide 6 - Tekstslide

Informeren
De schrijver wil informatie verstrekken, iets nieuws laten weten

Voorbeelden:
Nieuwsbericht, artikel in krant, verslag, schoolboektekst

Slide 7 - Tekstslide

Uitleggen
De schrijver wil uitleg of instructie geven

Voorbeelden:
Handleiding, gebruiksaanwijzing, recept

Slide 8 - Tekstslide

Mening geven
De schrijver wil een of meer meningen laten zien, de mening van de lezer vormen. 

Voorbeelden:
Artikel in krant of tijdschrift 

Slide 9 - Tekstslide

Overtuigen
De schrijver wil overtuigen van een mening, waarschuwen of adviseren

Voorbeelden:
Beoordeling, recensie, blog, column, ingezonden stuk 

Slide 10 - Tekstslide

Amuseren
De schrijver wil amuseren, gevoelens tot uitdrukking brengen of gevoelens oproepen. 

Voorbeelden:
Verhaal, gedicht, column, blog 

Slide 11 - Tekstslide

Activeren
De schrijver wil tot handelen aansporen, overhalen, de lezer aansporen iets te doen 

Voorbeeld:
Advertentie, poster, folder, flyer, ingezonden stuk, brief 

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het doel van een tekst waarin de schrijver zijn mening geeft?
A
Een tekst waarin de schrijver zijn mening geeft, heeft als doel om de lezer te vermaken.
B
Een tekst waarin de schrijver zijn mening geeft, heeft als doel om zijn standpunt over een onderwerp te delen.
C
Een tekst waarin de schrijver zijn mening geeft, heeft als doel om feitelijke informatie te presenteren.
D
Een tekst waarin de schrijver zijn mening geeft, heeft als doel om een verhaal te vertellen.

Slide 13 - Quizvraag

Hoe probeert een schrijver met activeren de lezers te beïnvloeden?
A
Door hen te laten ontspannen en genieten
B
Door hen aan te zetten tot een bepaalde handeling
C
Door hen te overtuigen van een bepaald standpunt
D
Door hen te laten lachen om grappige situaties

Slide 14 - Quizvraag

Leesmanieren




  • Verkennend lezen
  • Grondig lezen
  • Zoekend lezen

Slide 15 - Tekstslide

Verkennend lezen
Zo ‘lees’ je voor je begint met het echte lezen. Je kijkt wat voor soort tekst het is, voorspelt het onderwerp en denkt na waarom je de tekst leest. 

Slide 16 - Tekstslide

Grondig lezen
Zo lees je een tekst die je helemaal wilt begrijpen. Je leest actief: je stelt vragen, denkt aan wat je al weet, ziet voor je wat je leest en lost dingen op die je niet begrijpt. 

Slide 17 - Tekstslide

Zoekend lezen
Zo lees je, als je in een tekst het antwoord op een vraag zoekt. Je leest niet de hele tekst, maar zoekt alleen de informatie die je nodig hebt. Tussenkopjes helpen je bij het zoeken. 

Slide 18 - Tekstslide

Tekstopbouw
Een tekst is verdeeld in een inleiding, middenstuk en slot.
In het middenstuk wordt vaak het onderwerp van de tekst behandeld. 
Elk alinea in het middenstuk gaat over een nieuw deelonderwerp
Tussenkopjes maken duidelijk wat het deelonderwerp is

Slide 19 - Tekstslide

Hoe ziet de opbouw van een tekst eruit?
A
Inleiding, middenstuk, slot
B
Verschillende alinea's
C
Deelonderwerpen en hoofdgedachte
D
Veel woorden naast elkaar

Slide 20 - Quizvraag

Terugblikken
Wat hebben we geleerd?
.
.
.

Slide 21 - Tekstslide

Welke tekstdoelen zijn er?

Slide 22 - Woordweb

Welke leesmanieren zijn er?

Slide 23 - Open vraag

Aan het werk!




We gaan aan de slag met de opdrachten van blok 1: Lezen
Ben je klaar? Steek je vinger op

Slide 24 - Tekstslide