H1 - 1.4 en 1.5

Kennen en kunnen
  • Je weet wat functie, functievoorschrift, functiewaarde, afhankelijke en onafhankelijke variabelen zijn.
  • Je weet wat een richtingscoëfficiënt is
  • Je kan een vergelijking van een lijn herleiden
  • Je kunt het snijpunt van twee lineaire functies berekenen
  • Je kunt een stelsel van vergelijkingen oplossen
  • Je kunt ene groeifactor omrekenen naar andere tijdseenheid
  • Je kunt rekenen met exponenten
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kennen en kunnen
  • Je weet wat functie, functievoorschrift, functiewaarde, afhankelijke en onafhankelijke variabelen zijn.
  • Je weet wat een richtingscoëfficiënt is
  • Je kan een vergelijking van een lijn herleiden
  • Je kunt het snijpunt van twee lineaire functies berekenen
  • Je kunt een stelsel van vergelijkingen oplossen
  • Je kunt ene groeifactor omrekenen naar andere tijdseenheid
  • Je kunt rekenen met exponenten

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
-Check 1.3 opgave 21
-Uitleg 1.4
-Zelfstandig werken

Uitleg 1.5
Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 21 blz. 20

Slide 3 - Tekstslide

1.4 - Exponentiële functies
  • Algemene vorm: 
  • Deze functies beschrijven dus wat er gebeurt bij een exponentiële groei. Bacteriegroei is een voorbeeld . 
N(t)=bgt

Slide 4 - Tekstslide

1.4 - Exponentiële functies
  • Algemene vorm: 
  • b: beginhoeveelheid
N(t)=bgt

Slide 5 - Tekstslide

1.4 - Exponentiële functies
  • Algemene vorm: 
  • b: beginhoeveelheid
  • g: groeifactor
N(t)=bgt

Slide 6 - Tekstslide

1.4 - Exponentiële functies
  • Algemene vorm: 
  • b: beginhoeveelheid
  • g: groeifactor
  • Groeifactor omrekenen d.m.v. macht of wortel
N(t)=bgt

Slide 7 - Tekstslide

1.4 - Exponentiële functies
  • Algemene vorm: 
  • b: beginhoeveelheid
  • g: groeifactor
  • Groeifactor omrekenen d.m.v. macht of wortel
  • Stel g = 1,5 per week
N(t)=bgt

Slide 8 - Tekstslide

1.4 - Exponentiële functies
  • Algemene vorm: 
  • b: beginhoeveelheid
  • g: groeifactor
  • Groeifactor omrekenen d.m.v. macht of wortel
  • Stel g = 1,5 per week
  • Per 4 weken?
N(t)=bgt

Slide 9 - Tekstslide

1.4 - Exponentiële functies
  • Algemene vorm: 
  • b: beginhoeveelheid
  • g: groeifactor
  • Groeifactor omrekenen d.m.v. macht of wortel
  • Stel g = 1,5 per week
  • Per 4 weken 
N(t)=bgt
g=1,54

Slide 10 - Tekstslide

1.4 - Exponentiële functies
  • Algemene vorm: 
  • b: beginhoeveelheid
  • g: groeifactor
  • Groeifactor omrekenen d.m.v. macht of wortel
  • Stel g = 1,5 per week
  • Per 4 weken
N(t)=bgt
g=1,545,06

Slide 11 - Tekstslide

1.4 - Exponentiële functies
  • Algemene vorm: 
  • b: beginhoeveelheid
  • g: groeifactor
  • Groeifactor omrekenen d.m.v. macht of wortel
  • Stel g = 1,5 per week
  • Per jaar? 
N(t)=bgt

Slide 12 - Tekstslide

1.4 - Exponentiële functies
  • Algemene vorm: 
  • b: beginhoeveelheid
  • g: groeifactor
  • Groeifactor omrekenen d.m.v. macht of wortel
  • Stel g = 1,5 per week
  • Per jaar? 
N(t)=bgt
g=1,552

Slide 13 - Tekstslide

1.4 - Exponentiële functies
  • Algemene vorm: 
  • b: beginhoeveelheid
  • g: groeifactor
  • Groeifactor omrekenen d.m.v. macht of wortel
  • Stel g = 1,5 per week
  • Per halve week?
N(t)=bgt

Slide 14 - Tekstslide

1.4 - Exponentiële functies
  • Algemene vorm: 
  • b: beginhoeveelheid
  • g: groeifactor
  • Groeifactor omrekenen d.m.v. macht of wortel
  • Stel g = 1,5 per week
  • Per halve week
N(t)=bgt
g=1,5

Slide 15 - Tekstslide

1.4 Exponentiële functies
Groeifactor berekenen:

Slide 16 - Tekstslide

1.4 Exponentiële functies
Groeifactor berekenen:

Stel iets neemt met 16% toe. Bereken groeifactor.
g=oudnieuw

Slide 17 - Tekstslide

1.4 Exponentiële functies
Groeifactor berekenen:

Stel iets neem met 16% toe. Bereken groeifactor.

Oud : 100%
Nieuw: 116%
g=oudnieuw
g=100116

Slide 18 - Tekstslide

1.4 Exponentiële functies
Groeifactor berekenen:

Stel iets neem met 16% toe. Bereken groeifactor.

Oud : 100%
Nieuw: 116%
g=oudnieuw
g=100116=1,16

Slide 19 - Tekstslide

Oefenen rekenmachine
Opdracht 24 samen
Opdracht 29 samen

Slide 20 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak opgave 22 t/m 29

Klaar? Nakijken

Slide 21 - Tekstslide