1. Noem twee stadia in de vertering waarbij het concept van oppervlakte vergroting terug komt.
2. Welk enzym is actief in de mondholte?
3. Op welke twee manieren kan pepsinogeen geactiveerd worden tot pepsine?
4. Waarom produceren de maagkliercellen geen actief enzym?
5. Waarom is pepsine niet langer actief in de twaalfvingerige darm?
6. Hoe verschilt het emulgeren van vetten met het verteren van vetten?
7. Wat zijn de verteringsproducten van eiwitten?
8. Wat zijn de verteringsproducten van koolhydraten?
9. Wat is de functie van de darmflora?
10. Welke functie heeft de dikke darm?