Bouwstenen

Bouwstenen
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
Gezondheidskunde, AnatomieBeroepsopleidingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bouwstenen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je beschrijft hoe een cel is opgebouwd.
  • Je benoemt de functies van de cel
  • Je herkent de verschillenden manieren van transport van de cel
  • Je kunt toelichten welke rol diffusie en osmose spelen bij het transport 
  • Je kunt uitleggen wat het begrip stofwisseling inhoudt.
  • Je kunt toelichten wat de opbouwstofwisseling (assimilatie) en afbraakstofwisseling (dissimilatie) inhoudt
  •  Je kunt beschrijven wat de drie levensfasen van een cel zijn en hoe de fases van de celdeling verlopen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

De cel

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
Maak een begrippenlijst met de verschillende organellen van de cel. Schrijf de naam op en de functie.

Je krijgt 10 minuten de tijd.

Slide 5 - Tekstslide

Bouw van de cel
Celkern: Regelcentrale.  Bestaat uit kernplasma, kernmembraan, chromosomen
Ribosomen: maken eiwitten
Endoplasmatisch reticulum: eiwitten verplaatsen
Golgicomplex: transport  van stoffen
Mitochondriën: energiecentrale
Lysosomen: afbraak en opruiming
Centrosoom: celdeling
Celmembraan: filter

Slide 6 - Tekstslide

Waaruit bestaan chromosomen?
A
DNA
B
Weefsel
C
Cellen
D
Celkern

Slide 7 - Quizvraag

De cel is van binnen opgevuld met
A
lucht
B
DNA
C
cytoplasma

Slide 8 - Quizvraag

Welk eiwit wordt gemaakt wordt bepaald door...
A
De cel
B
De mens
C
Gaat vanzelf
D
DNA

Slide 9 - Quizvraag

De muur van de cel heet:
A
celkern
B
mitochondriën
C
celmembraan
D
DNA

Slide 10 - Quizvraag

De mens is opgebouwd uit vele miljarden cellen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

De celkern is het grootste onderdeel van een cel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Lesdoelen
  • Je beschrijft hoe een cel is opgebouwd.
  • Je benoemt de functies van de cel
  • Je herkent de verschillenden manieren van transport van de cel
  • Je kunt toelichten welke rol diffusie en osmose spelen bij het transport
  • Je kunt uitleggen wat het begrip stofwisseling inhoudt.
  • Je kunt toelichten wat de opbouwstofwisseling (assimilatie) en afbraakstofwisseling (dissimilatie) inhoudt
  •  Je kunt beschrijven wat de drie levensfasen van een cel zijn en hoe de fases van de celdeling verlopen

Slide 13 - Tekstslide

Transport 
  • Het in en uit bewegen van stoffen binnen de cel noemen wij transport 
  • er zijn twee soorten transport  
  1. passief transport 
  2. actief transport 

Slide 14 - Tekstslide

Transport in en uit de cel
Passief (gaat vanzelf)
Osmose en diffusie

Actief (kost energie)
Fagocytose
Pinocytose
Exocytose

Slide 15 - Tekstslide

Passief transport kost energie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Osmose en diffusie zijn twee vormen van actief transport in en uit de cel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

De concentratie CO2 is in de cel hoger dan in het bloed. Wat gebeurt er?
A
diffusie van de cel naar het bloed
B
diffusie van het bloed naar de cel
C
actief transport van de cel naar het bloed
D
actief transport van het bloed naar de cel

Slide 18 - Quizvraag

Difussie
Beweging van deeltjes van een plaats waar ze in een hoge concentratie voorkomen naar een plaats waar ze in lagere lage concentratie voorkomen

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Osmose
Beweging van water en gassen door een halfdoorlatend membraan, in de richting van de hoogste concentratie opgeloste stoffen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Samenvatting osmose en diffusie
Verschillen tussen osmose en diffusie
  • Diffusie: verplaatsing van moleculen van een hoge concentratie naar een lage concentratie.
  • Osmose: verplaatsing van water door een semi doorlatend membraan van een lage naar een hoge concentratie.

Overeenkomst tussen osmose en diffusie
  • Processen die zorgen dat de concentratie (opgeloste stoffen) gelijk wordt

Slide 23 - Tekstslide

Actief transport
Heel vaak moet de cel grotere deeltjes en stoffen via de celmembraan naar binnen of naar buiten brengen. De cel doet dat door middel van actief transport. 
Dat gaat dus niet vanzelf; de cel moet er energie in steken. 
Twee typen actief transport; de enzymatische pomp en het blaasjestransport.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Lesdoelen
  • Je beschrijft hoe een cel is opgebouwd.
  • Je benoemt de functies van de cel
  • Je herkent de verschillenden manieren van transport van de cel
  • Je kunt toelichten welke rol diffusie en osmose spelen bij het transport
  • Je kunt uitleggen wat het begrip stofwisseling inhoudt.
  • Je kunt toelichten wat de opbouwstofwisseling (assimilatie) en afbraakstofwisseling (dissimilatie) inhoudt (aerobe en anaerobe).
  •  Je kunt beschrijven wat de drie levensfasen van een cel zijn en hoe de fases van de celdeling verlopen

Slide 26 - Tekstslide

Werk de volgende vragen uit in twee/drietallen
  1. Leg uit wat een opbouw reactie is. Hoe wordt dit ook genoemd? Geef een voorbeeld hiervan in ons lichaam.
  2. Leg uit wat een afbraak reactie is. Hoe wordt dit ook genoemd? Geef een voorbeeld hiervan in ons lichaam.
  3. Welk vormen van stofwisseling in de cel zijn er? Leg dit uit
  4. Welk vormen van verbranding zijn er?  Leg dit uit 

Slide 27 - Tekstslide

Wat is een goede uitleg betreft celstofwisseling?
A
Alle cellen in het lichaam die aan verbranding doen.
B
Alle chemische processen die in een cel plaatsvinden
C
Cellen die verplaatsen van positie
D
Cellen die versleten zijn worden vervangen door nieuwe cellen.

Slide 28 - Quizvraag

Celstofwisseling bestaat uit
A
Assimilatie en dissimilatie
B
Afbraak
C
Opbouw
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 29 - Quizvraag

Gist kan suiker omzetten in energie. Dit kan gist zelfs zonder zuurstof. Hoe noemen we dit proces (1) en wat voor soort celstofwisseling is dit (2)?
A
1= verbranding 2= katabool
B
1= fermentatie 2= katabool
C
1= verbranding 2= anabool
D
1= fermentatie 2= anabool

Slide 30 - Quizvraag

Lesdoelen
  • Je beschrijft hoe een cel is opgebouwd.
  • Je benoemt de functies van de cel
  • Je herkent de verschillenden manieren van transport van de cel
  • Je kunt toelichten welke rol diffusie en osmose spelen bij het transport
  • Je kunt uitleggen wat het begrip stofwisseling inhoudt.
  • Je kunt toelichten wat de opbouwstofwisseling (assimilatie) en afbraakstofwisseling (dissimilatie) inhoudt
  •  Je kunt beschrijven wat de drie levensfasen van een cel zijn en hoe de fases van de celdeling verlopen

Slide 31 - Tekstslide

Levensloop van de cel
3 fasen van een cel:
1. Delingsfase -> delen in 2 identieke cellen
2. Groeifase -> wordt zo groot als originele cel. Celplasma neemt toe. Nieuwe celorganellen + celmembranen
3. Functionele fase -> ontwikkeling tot specifieke functie (bv. bloedcel/huidcel). Voeren taak uit tot ze sterven

Met uitzondering van: stamcellen
Functionele fase = het kunnen blijven vermeerderen

Slide 32 - Tekstslide

Wat is mitose ?
A
Celdeling voor nieuwe lichaamscellen
B
Mitose komt alleen voor bij dieren
C
Mitose is een verbrandingsproces
D
Celdeling voor geslachtscellen

Slide 33 - Quizvraag

Doel van de meiose:
A
maken voortplantingscellen
B
maken lichaamscellen

Slide 34 - Quizvraag

Werk de leerdoelen uit
Bereid je voor op de toets
Tip: maak een begrippenlijst voor jezelf

Slide 35 - Tekstslide