Erklärung Aufgaben Woche 41
Aufgabe 29: Vertaal de zin. Daarna zin opnieuw opschrijven en voor vetgedrukte woord een andere optie opschrijven (hulpmiddelen: Lernliste en Sprachmittel)
Aufgabe 31: Maak van de steekwoorden goedlopende zinnen in het Duits. Je gebruikt alle steekwoorden. Hulpmiddelen: Lernliste en Sprachmittel.
Aufgabe 32: Beschrijf in het Duits wat je per plaatje ziet. Je vertelt over het weer, de omgeving, streek, seizoenen, maand enzovoort.
-> Alle drie opdrachten inleveren!!