Kern KL1 Fictie A4

Fictie A4
Leerdoelen
R: Ik weet wat thema’s en motieven in verhalen zijn.
T1: Ik kan thema’s en motieven in gegeven verhalen herkennen.
T2: Ik kan zelf voorbeelden geven van verhalen met een bepaald thema of motief.
I: Ik kan uitleggen op welke manieren thema’s en motieven in een verhaal zijn uitgewerkt.

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Fictie A4
Leerdoelen
R: Ik weet wat thema’s en motieven in verhalen zijn.
T1: Ik kan thema’s en motieven in gegeven verhalen herkennen.
T2: Ik kan zelf voorbeelden geven van verhalen met een bepaald thema of motief.
I: Ik kan uitleggen op welke manieren thema’s en motieven in een verhaal zijn uitgewerkt.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een mythe en een legende?

Slide 2 - Open vraag

Met welke personages kun je je identificeren?
A
karakters
B
types

Slide 3 - Quizvraag

Van welk personage ken je de gedachtes en gevoelens?
A
van een hoofdpersoon
B
van een medespeler
C
van een flat character
D
van alle personages

Slide 4 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met het begrip 'speaking name'

Slide 5 - Open vraag

Theorie
Het thema is de kortst mogelijke samenvatting van een verhaal.

Vaak is het niet meteen duidelijk welk thema of welke gedachte het verhaal heeft. Het thema wordt nergens expliciet genoemd. In sprookjesverhalen wordt het thema ook wel moraal genoemd.

Slide 6 - Tekstslide

Theorie
- Je kunt het thema afleiden uit het gedrag en de gesprekken van de personages, de gebeurtenissen en de afloop van het verhaal.
- Veel voorkomende thema's: liefde, familie, eenzaamheid, opgroeien tot volwassene of de dood. 

Let op: een verhaal kan meerdere thema's hebben. 

Slide 7 - Tekstslide

Theorie
Voorbeeld

Heldenverhalen, denk bijvoorbeeld aan de verhalen van Harry Potter, gaan vaak over de strijd tussen goed en kwaad. Het hoofdonderwerp, de strijd tussen goed en kwaad, is het thema. 


Slide 8 - Tekstslide

Theorie
Een motief is iets dat steeds terugkomt, een patroon. Het zijn terugkerende elementen in een verhaal die bijdragen aan de uitwerking van het thema.

Voorbeeld
Thema: de strijd tussen goed en kwaad
Bijpassende motieven: haat & wraak

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Wat is hier het motief in beide filmpjes (en in de boeken)

Slide 12 - Open vraag

Theorie
Er zijn drie verschillende soorten motieven:
1. abstracte motieven
- eigenlijk kleinere thema's
haat, wraak
2. leidmotieven
- concreet, tastbaar en terugkerend element
de ring in 'Lord of the rings'
3. klassieke motieven
- ontleent aan klassieke of Bijbelse verhalen
Kaïn en Abel-motief (ruziënde broers), Icarus-motief (hoogmoed)

Slide 13 - Tekstslide

Ontdekken



Bespreek met je buurman of -vrouw:
Welk thema staat centraal in deze verhalen?
Kies één van de films en bespreek hoe je het thema in de film terugziet.
Welke gebeurtenissen, relaties tussen de personages of acties van de personages laten het thema zien?

Animatiefilms van The Walt Disney Company hebben een duidelijke en krachtige thematiek.

Slide 14 - Tekstslide

Ontdekken



Luister naar het nummer ‘Zo niet mij’ van Typhoon.

Wat is volgens jou het thema van dit lied?
Wat voor gevoel krijg je bij dit nummer?
Hoe past dit gevoel bij de thematiek?

Slide 15 - Tekstslide

Oefenen
Lees het fragment op blz. 147  

-    Van het onderdeel oefenen maak je opdracht 1 t/m 5.
-    Van het onderdeel ontdekken maak je opdracht 8 + 9 (regulier) óf opdracht 10 + 11 (uitdaging).


Slide 16 - Tekstslide

Toepassen (deel 2/3)
Je gaat de theorie toepassen op je boek aan de hand van een aantal vragen (zie volgende dia's).

Slide 17 - Tekstslide

Probeer de titel van het boek te verklaren
(de titel is soms een directe verwijzing naar het thema).

Slide 18 - Open vraag

Wat is het hoofdthema van jouw boek?

Slide 19 - Open vraag

Welke motieven komen in jouw boek voor? Noem er drie en benoem bij elk motief het type (abstract, klassiek of leidmotief).

Slide 20 - Open vraag