Herhalinh H5 en H6

5.5 Modern Imperialisme
Waarom veranderde na 1850 de verhouding tussen West-Europa en Afrika en Azië?
Welke motieven speelden een belangrijke rol bij het modern imperialisme?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.5 Modern Imperialisme
Waarom veranderde na 1850 de verhouding tussen West-Europa en Afrika en Azië?
Welke motieven speelden een belangrijke rol bij het modern imperialisme?

Slide 1 - Tekstslide

Korte samenvatting
  • In de 18e eeuw werden grote stukken land opgekocht door grootgrondbezitters > door schaalvergroting en innovaties steeg de voedselproductie > hierdoor gingen voedselprijzen omlaag > boeren die niet genoeg meer konden verdienen aan de landbouw gingen nijverheidsproducten maken thuis (huisnijverheid) > door het overschot aan nijverheidsproducten daalde ook hier de prijzen van > met de uitvindingen van de stoommachine verplaatste de productie naar de steden > verarmde boeren hadden geen andere optie dan te vertrekken naar de stad (urbanisatie) > Industriële revolutie

  • Doordat stoommachines groot en duur waren, konden alleen rijke mensen dit soort investeringen doen. Door de lonen laag te houden konden zij maximale winst behouden, door het overschot in werknemers konden werknemers niets doen om hun positie te verbeteren.

  • Door de industrialisatie groeide ook de vraag naar grondstoffen. Waar men in eerste instantie weinig interesse had in Afrika, was dat in 20ste eeuw wel anders. Afrika was rijk aan grondstoffen en werd in hoog tempo gekoloniseerd. Waar in het 17-eeuwse kolonisatie ging om handel, was de 20-eeuwse kolonisatie gebaseerd op uitbuiting en daarom spreken we van modern imperialisme.

Slide 2 - Tekstslide

'White man's burden'

Slide 3 - Tekstslide

'White man's burden'

Slide 4 - Tekstslide

Korte samenvatting
  •  Het modern imperialisme leidde tot nationalisme. Hoe meer land je bezat hoe meer productie des te welvarende was jou land en dus machtiger (land = macht).

  • Dit wakkerde bij de Europese grootmachten het gevoel van superioriteit aan in de vorm van het sociaal darwinisme, het gevoel dat het 'witte ras'  superieur is aan de zwarte afrikanen.

  • Dit superioriteitsgevoel wordt verwoord in het gedicht van Kipling The white mans burden; de superieure Europeaan heeft als taak om de 'achterlijke' Afrikaan op te voeden. Dit zagen zij als een verantwoording voor de kolonisatie van Afrika.

  • Tijdens het congres van Berlijn 1885 werd op de tekentafel heel Afrika verdeeld onder de Europese grootmachten.

  • Het Nederlands imperialisme richtte zich op de koloniën die Nederland als sinds de 17e eeuw bezat; Nederlands Indië. Nederland eiste dat boeren 20% van hun grond moesten gebruiken voor producten voor Nederland (cultuurstelsel). Nederlands-Indië werd hiermee een leverancier van industriële grondstoffen.

Slide 5 - Tekstslide


De sociale kwestie

Slide 6 - Tekstslide

liberalisme
liberalisme
libre = vrijheid/ -isme = streven naar
Streven naar zoveel mogelijk    politieke vrijheid voor de burger. Dus ..
zo weining mogelijk overheidsbemoeienis /zo min mogelijk regels en wetten

Slide 7 - Tekstslide

Marx
  • Communisme: eerlijke verdeling van economische groei
  • Klassenstrijd tussen arbeiders en kapitalisten
  • Revolutie --> klasseloze samenleving
  • Sociaaldemocraten minder extreem dan communisme

Slide 8 - Tekstslide

Sociaaldemocraten
Veel aanhangers waren het eens met Marx dat er een verandering plaats moest vinden. Maar moest het echt met geweld?

 Communisten: voor verandering met geweld. 
Sociaaldemocraten (socialisten): voor verandering zonder geweld

Slide 9 - Tekstslide

Korte samenvatting
  • Gedurende de industriële revolutie nam de welvaart van de rijken toe en steeg de armoede onder de armen.  Arbeiders in steden woonden in kleine huisjes, dicht op elkaar, vaak met meerdere familieleden in één huis.  De werkomstandigheden waren niet beter; lange werkdagen, laag loon, gevaarlijke omstandigheden. Er was sprake van een sociale kwestie.

  • De liberale overheid deed weinig om de leef- en werkomstandigheden te verbeteren, omdat zij zich zo weinig mogelijk met de bevolking wilden bemoeien. Iedereen moest de vrijheid hebben om zijn eigen geluk te bepalen.

  • In een poging om hun omstandigheden te verbeteren richten arbeiders vakbonden op beroepsgroepen die massale stakingen organiseerden, om zo werkgevers te dwingen de arbeidsomstandigheden te verbeteren. 

  • Communisten wilden verandering doorvoeren door middel van een wereldwijde opstand. Dit slaagde echter alleen in Rusland, in de rest van Europa bleef een dergelijke revolutie uit omdat de situatie langzaam beter werd voor de arbeiders. De politieke aftakkingen van de communisten, de socialisten wilden via stemrecht de maatschappij veranderen.

Slide 10 - Tekstslide

Korte samenvatting
1) Na het congres van Wenen (1815) werden overal in Europa weer monarchieën hersteld (restauratie), liberalen raakten hiermee hun politieke invloed kwijt. Dit kwam in 1848 tot ontploffing waarbij overal in Europa liberale protesten uitbraken en koningen werden afgezet.

2) Ook in Nederland werd het onrustig, om zijn hoofd te behouden koos Willem II ervoor om de liberalen hun zin te geven. Ze kregen invloed in het bestuur en er kwam een grondwet. De liberalen bleven voor jaren aan de macht (censuskiesrecht).

3) De liberalen geloven in zoveel mogelijk vrijheid voor de burgers; en dus zo weinig mogelijk overheidsbemoeienis. Om deze reden deden zij vrij weinig aan de leef- en werkomstandigheden van de arbeiders.

4) In 1917 werden twee kwesties opgelost: de schoolstrijd (subsidie voor de bijzondere scholen) en de sociale kwestie (kiesrecht voor de arbeiders), samen hadden de confessionelen en de socialisten genoeg stemmen om deze punten erdoor te krijgen.

5) Alleen de feministen bleven berooid achter, zij kregen niet wat ze wilden. Pas in 1919 zou het algemeen kiesrecht worden ingevoerd.

Slide 11 - Tekstslide

Verhuizen
Na de 'ontdekking' van Amerika door Columbus worden er steeds meer reizen naar noord- en zuid-Amerika georganiseerd. 
In het begin zijn het vooral expedities om het gebied te leren kennen en te veroveren. 

Later zijn er steeds meer groepen mensen die als kolonisten naar Amerika vertrekken. Zij vestigen zich permanent in de hoop op een beter leven. 
Bekijk het filmpje op de volgende dia. 

Slide 12 - Tekstslide

Slaagden de kolonisten erin vreedzaam te leven met de indianen?
Waarom haalden de kolonisten tot slaaf gemaakte Afrikanen naar Amerika?

Slide 13 - Tekstslide

Samenvatting van paragraaf 6.4
De Amerikaanse Revolutie (1765-1787) begon toen Amerikanen in de dertien kolonies zich verzetten tegen maatregelen van de Britse overheid. Ze werkten samen in het Congres.

Onder invloed van de verlichting wilden de Amerikanen onafhankelijkheid. Ze riepen in 1776 de Verenigde Staten van Amerika uit.
In de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog kregen de VS hulp van Frankrijk. De Britten konden de Amerikanen niet verslaan. Bij de vrede in 1783 erkende Groot-Brittannië de Amerikaanse onafhankelijkheid.
De VS werden een federale republiek met een democratische grondwet. De grondrechten van de burgers werden vastgelegd in de Bill of Rights.


Slide 14 - Tekstslide

6.5: VS Burgeroorlog
  • Groot verschil tussen noord en zuid 
  • Noord: Industrie + loondienst
  • Zuid: Plantages + slavernij   

  • 1861 Amerikaanse burgeroorlog 
  • 1865 gewonnen door 'Noord', afschaffing slavernij in de VS

Slide 15 - Tekstslide