Kennistest - IJsbereiding

Kennistest - IJsbereiding 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kennistest - IJsbereiding 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Test je kennis
Deze test bestaat uit:
12 open vragen, 1 sleepvraag en 8 meerkeuzevragen. 


Heel veel succes!!!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verschillende soorten ijs ken je?
- Noem er 3 en geef bij elke soort tenminste
1 kenmerk.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de Waren-wettelijke eisen van 'Roomijs'? Noem er 2.

Slide 4 - Open vraag

Minimaal 5% melkvet
bevat geen ander vet dan melkvet
Bevat geen andere eiwitten dan melkeiwit
Sleepvraag - productieproces
De volgende vraag is een sleepvraag,.
Zet de processtappen voor de productie van roomijs in de juiste volgorde. 

Je kunt kiezen uit de volgende processtappen: pasteuriseren, harden, vriezen en opslag, rijpen, homogeniseren, mengen, koelen, bewaren. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Productieproces van 1 ----> 8
1
1
1
1
1
1
1
1
pasteuriseren
harden
vriezen en opslag
homogeniseren
mengen
rijpen
koelen
bewaren

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Grond- en hulpstoffen
Welke functie heeft melkvet bij de bereiding van roomijs?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Grond- en hulpstoffen
Waarom wordt suiker toegevoegd aan ijs?
Noem 2 redenen.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Grond- en hulpstoffen
Noem 2 functies van een emulgator bij de bereiding van roomijs?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar dienen stabilisatoren voor?
A
voorkomt vorming grote ijskristallen
B
zorgt voor binden deel van het vrije-water
C
beïnvloed de viscositeit
D
alle drie zijn juist

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van suiker en zoetstoffen in roomijs/sorbetijs?
A
smaak
B
structuur ijs
C
vriespunt verlaging
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 11 - Quizvraag

Smaak
Vriespunt verlaging
Verhoging ds gehalte
Structuur ijs
Waarom gaan we eerst pasteuriseren en daarna homogeniseren?

Slide 12 - Open vraag

 Tijdens pasteuriseren komt kinetische (=bewegings) energie vrij, waardoor een gedeelte van de nieuwe structuur verloren gaat.
 Homogenisatie moet plaatsvinden als het vet goed gesmolten is, dus rond pasteurisatie temperauur.

Leg uit waarom de processtap homogeniseren wordt uitgevoerd.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het gevolg van te veel lucht in het ijs voor de structuur en smaak van het product?

Slide 14 - Open vraag

Een schuimachtige en sneeuwachtige structuur
Wat is het gevolg van te weinig lucht in het ijs voor de structuur en smaak van het product?
A
koud mondgevoel en weinig volume
B
koud mondgevoel en veel volume
C
warmer mondgevoel, veel volume
D
Geen grote gevolgen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg aan de hand van vorige afbeelding uit wat de ideale invriestijd/snelheid is en waarom.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het effect van temperatuurschommelingen tijdens het invriezen of het bewaren van het ijs?

Slide 18 - Open vraag

Door de verhoging van de temperatuur gaan de kleine ijskristallen het eerste smelten, gevolgd door de grote kristallen. Vervolgens gaat de temperatuur weer omlaag. Dit zorgt ervoor dat de nog bestane ijskristallen verder uitgroeien tot grotere ijskristallen.
Wat gebeurt er tijdens het rijpen van de ijsmix?
A
vet wordt gebonden aan eiwit
B
water kristalliseert
C
lucht wordt ingeslagen
D
vet kristalliseert uit

Slide 19 - Quizvraag

doel van het rijpen is dat vet uitkristalliseren.   
doel water wordt gebonden aan eiwit en bindmiddel

Rijpen houdt in dat de vetbolletjes uitkristalliseren. Uitgekristalliseerde vetbolletjes zijn later in het proces nodig om structuur op te bouwen. De vetbolletjes zorgen ervoor dat lucht vast gehouden kan worden. Ook krijgt het bindmiddel en de eiwitten uit de opgeloste (melk)poeders de gelegenheid om nog wat meer water te binden. Hierdoor zullen tijdens het vriezen minder en ook kleinere ijskristalletjes ontstaan.

Hoe kun je een zanderige structuur in het ijs verklaren?

Kies het beste antwoord.
A
Temperatuurschommelingen bij het bewaren van ijs
B
Te laag percentage bind- of emulgeermiddelen
C
(Te) langzaam invriezen ijscompositie
D
Te hoog gehalte droge stof in de compositie

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je een zanderige structuur in het ijs nog meer verklaren?
A
Temperatuurschommelingen bij het bewaren van ijs
B
Te laag percentage bind- of emulgeermiddelen
C
(Te) langzaam invriezen ijscompositie
D
Te hoog gehalte droge stof in de compositie

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je een zanderige structuur in het ijs nog meer verklaren?

A
Temperatuurschommelingen bij het bewaren van ijs
B
Te laag percentage bind- of emulgeermiddelen
C
(Te) langzaam invriezen ijscompositie
D
Te hoog gehalte droge stof in de compositie

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je een schuimige structuur in het ijs verklaren?
A
Temperatuurschommelingen bij het bewaren van ijs
B
Te laag percentage bind- of emulgeermiddelen
C
(Te) langzaam invriezen ijscompositie
D
Te hoog gehalte droge stof in de compositie

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vraag uit de praktijk
Jullie hebben in de praktijk verschillende soorten ijs gemaakt.

De volgende twee vragen gaan over het zelfgemaakte 'Chocolade-ijs' en het 'Frozen-yoghurt bosvruchten-ijs'.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zorgt ervoor dat het chocolade-ijs langer moet draaien voordat het bevroren is dan het frozen-yoghurt-ijs?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil in mondgevoel en beleving tussen het chocolade-ijs en het frozen-yoghurt-ijs?
Wat is de reden hiervoor?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde test
Laat de test nakijken door de docent 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies