NN1 Blok 4 les 6 herhalen pv, ow en gez

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Ik zit klaar voor de les:

  • Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, laptop).
  • Mijn telefoon zit in de telefoontas
  • Mijn oortjes zitten in mijn tas.
  • Mijn jas hangt aan de kapstok.
  • Ik heb geen pet of capuchon op.
  • Ik heb geen eten of drinken meer bij mij.

Slide 2 - Tekstslide

Pak je laptop en:
  1. Start LessonUp op en voer de code in
  2. Pak je digitale boek Oorlogsgeheimen erbij
  3. Leg je schrift op tafel
  4. start ook SOM op

Slide 3 - Tekstslide

NN1 blok 4 les 6
ontleden

Slide 4 - Tekstslide


Deze les:
  • Leesopdracht bespreken
  • Lezen in Oorlogsgeheimen
  • Terugblik vorige les
  • Huiswerk bespreken
  • Instructie het onderwerp
  • Oefenen
  • Evalueren hoe de les ging

Slide 5 - Tekstslide

Leeshuiswerk nakijken
 Je hebt hoofdstuk 7 gelezen.

Even kort de 5W + H vragen...
en
de woordenschat woorden bespreken

Slide 6 - Tekstslide

We starten met het lezen van hoofdstuk 8
(pak je digitale boek erbij)

Slide 7 - Tekstslide


Terugblik:
De vorige les hebben we het gehad over:
het gezegde

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het gezegde in deze zin:

Mijn computer is weer vastgelopen.

Slide 9 - Open vraag

Wat is het gezegde in deze zin:

Is die oude kat naar het asiel gebracht?

Slide 10 - Open vraag

Huiswerk nakijken
Zijn er nog vragen over het huiswerk?

(werkblad persoonsvorm, onderwerp en gezegde)

Kijk je huiswerk nu na!

Slide 11 - Tekstslide


Lesdoel:
Ik kan/weet:
  • hoe ik de persoonsvorm kan vinden in een zin
  • hoe ik het onderwerp kan vinden in een zin
  • het gezegde in een zin vinden

Slide 12 - Tekstslide

Maken werkblad 
pv, ow en gez


timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk:
Lezen: H8 van Oorlogsgeheimen

Maken: werkblad en woordenschat bij H8

Slide 14 - Tekstslide


Wat was het lesdoel?
  1. hoe ik de persoonsvorm kan vinden in een zin
  2. hoe ik het onderwerp kan vinden in een zin
  3. het gezegde in een zin vinden

Slide 15 - Tekstslide


Antwoorden
  1. De persoonsvorm vind je door de zin vragend te maken (vraagproef) of in een andere tijd te zetten (tijdproef)
  2. Het onderwerp vind je door de vraag te stellen: Wie of wat + persoonsvorm
  3. Het gezegde bestaat uit alle werkwoorden in een zin. De persoonsvorm hoort ook bij het gezegde.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide