Beenklachten oefenvragen
1 / 28
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is trombose?
A
een dik warm rood been
B
een vreemd lichaam in de bloedbaan
C
een bloedstolsel in de bloedbaan
D
een bacteriele infectie in de bloedbaan
Slide 2 - Quizvraag
Het verschil in een trombosebeen en tromboflebitis zit in:
A
Wel of geen roodheid
B
Wel of geen benauwdheid
C
Diepe en oppervlakkige slagaderen
D
Diepe en oppervlakkige aderen
Slide 3 - Quizvraag
Trombose komt het vaakst voor in
A
de armen
B
de benen
C
de hersenen
D
de buik
Slide 4 - Quizvraag
Welke doelgroep heeft GEEN verhoogd risico op trombose
A
zwangeren
B
ouderen
C
topsporters
D
invaliden
Slide 5 - Quizvraag
Welke klachten geeft een trombosebeen?
A
Wit, koud been met krachtsverlies
B
Rood, warm been met een gespannen huid
C
Koorts, malaise, scherp begrensde roodheid
D
Zwelling beide benen zonder pijn.
Slide 6 - Quizvraag
Hoe wordt een trombosebeen aangetoond?
A
bloedonderzoek, echo en klinisch beeld
B
bloedonderzoek en rontgenfoto
C
telefonisch uitvragen
D
port d'éntree opsporen en koorts meten
Slide 7 - Quizvraag
Hoe wordt een trombosebeen behandeld?
A
Operatie en drukverband
B
Bloedtransfusie en steunkous
C
Bloedverdunners en steunkous
D
Antibiotica en natte kompressen
Slide 8 - Quizvraag
Wat geeft een verhoogd risico op trombose?
A
Te strakke kleding, koude temperaturen
B
puberteit, topsport, zwemmersexceem
C
stress, vermoeidheid, drankgebruik, vet eten
D
ouderdom, roken, zwangerschap, de pil, immobilisatie, DNA
Slide 9 - Quizvraag
Wt is erysipelas?
A
gewrichtsontsteking
B
infectie van huid en onderhuid
C
een spierscheurtje
in de kuit
D
een bloedingsziekte
Slide 10 - Quizvraag
welke verschijnselen horen bij algehele malaise?
A
roodheid, zwelling, pijn, warmte, functieverlies
B
koorts, hoofdpijn, spierpijn, moe, misselijk
C
gezwollen en pijnlijke gewrichten
D
uitval van spraak en spierkracht, scheef gelaat
Slide 11 - Quizvraag
oedeem
Vene
Arterie
subcutaan
oraal
intraveneus
diabetes
complicatie
vochtophoping
ader
slagader
onder de huid
via de mond
in de ader
suikerziekte
bijkomend probleem
Slide 12 - Sleepvraag
wat is een complicatie van DVT?
A
longembolie
B
klaplong
C
erysipelas
D
zweepslag
Slide 13 - Quizvraag
wat kan een port d'entree zijn bij erysipelas?
A
spierscheur in de kuit
B
een wondje aan de voet
C
longembolie
D
diep veneuze trombose
Slide 14 - Quizvraag
Noem 4 klachten die horen bij erysipelas aan het been
Slide 15 - Open vraag
Acute uitval (functieverlies) aan een been kan wijzen op
A
erysipelas
B
een longembolie
C
een herseninfarct
D
een hartinfarct
Slide 16 - Quizvraag
Waar kan oedeem van beide benen met kortademigheid bij inspanning op duiden?
A
Herseninfarct
B
Longembolie
C
Hartfalen
D
Trombosebeen
Slide 17 - Quizvraag
Welke klachten passen bij een longembolie?
A
Pijn borstkast vast aan ademhaling, kortademig, bloed ophoesten
B
Continue pijn op de borst met uitstraling naar li arm
C
Dik, warm, rood been
D
Hoestaanvallen, blauw aanlopen, neusvleugelen
Slide 18 - Quizvraag
Plots kracht en/of functieverlies van een been icm een scheef gezicht en verstoorde spraak (<6 uur)
A
U1 levensbedreigend
B
U2 spoed
C
U3 dringend
D
U4 niet dringend
Slide 19 - Quizvraag
Roland heeft 1 dik been icm benauwdheid
A
U1 levensbedreigend
B
U2 spoed
C
U3 dringend
D
u4 niet dringend
Slide 20 - Quizvraag
1 dik of rood been
A
U1 Levensbedreigend
B
U2 Spoed
C
U3 Dringend
D
U4 Niet dringend
Slide 21 - Quizvraag
Dhr Schram heeft 1 wit, koud en tintelend been sinds deze ochtend
A
U1 levensbedreigend
B
U2 Spoed
C
U3 Dringend
D
U4 Niet dringend
Slide 22 - Quizvraag
Hevige pijn in been. Pijnscore 8
A
U1 Levensbedreigend
B
U2 Spoed
C
U3 Dringend
D
U4 Niet dringend
Slide 23 - Quizvraag
Bij ischaemie aan een been zijn de symptomen:
A
zwelling, roodheid, pijn
B
pijn, warm, scherp begrensde roodheid
C
benauwdheid, bloed ophoesten, pijn borst
D
koud, wit, pijn
Slide 24 - Quizvraag
2 dikke benen en kortademig
A
U1 Levensbedreigend
B
U2 Spoed
C
U3 Dringend
D
U4 Niet dringend
Slide 25 - Quizvraag
Dikke knie met koorts, zwelling en pijn
A
U1 Levensbedreigend
B
U2 Spoed
C
U3 Dringend
D
U4 Niet dringend
Slide 26 - Quizvraag
Stefan heeft een verband om zijn knie na een kijkoperatie . Nu wordt zijn voet ook dik.
A
U1 Levensbedreigend
B
U2 Spoed
C
U3 Dringend
D
U4 Niet dringend
Slide 27 - Quizvraag
Ik snap de theorie die hoort bij het tabblad BEENKLACHTEN
A
Helemaal
B
Redelijk
C
Ik ga het leren, dan komt het goed
D
Wil je het nogmaals uitleggen svp?
