Creatief en autobiografisch schrijven klas 2

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

(creatief) schrijven

Drie opdrachten, kies er per tweetal 1

Plot schrijven

Spannend schrijven

Beste of slechtste dag (autobiografisch)

Slide 2 - Tekstslide

1. plot schrijven - foto

* je schrijft een verhaal met een foto als inspiratiebron

* je geeft je personage een naam (geen naam uit de school, geen Jan of Piet)

* je bedenkt wat je personage van plan is

Slide 3 - Tekstslide

PLOT

* spanning maak je doordat je personage iets wil en daarbij obstakels tegenkomt

* zorg voor geloofwaardigheid: geef niet teveel en niet te weinig informatie -->  passen de gebeurtenissen bij het karakter?

*

Slide 4 - Tekstslide

PLOT
geloofwaardigheid: geef geen oplossingen die ver gezocht zijn --> het huis van de boze buurman vliegt door blikseminslag opeens in de brand en daardoor is het probleem opgelost (niet doen ) of iemand wint de loterij en alle geldzorgen zijn weg ...

Slide 5 - Tekstslide

2. spannend schrijven
* bedenk een personage in een moeilijke situatie, waaruit hij zich moet zien te redden. Wat is dat voor situatie? Is hier een fysieke of een psychologische actie nodig?

Slide 6 - Tekstslide

SPANNEND
* bedenk waar het verhaal zich afspeelt en hoe het personage zich voelt. Zie de situatie als een film voor je

Slide 7 - Tekstslide

SPANNEND

* zorg ervoor dat je zoveel mogelijk toont in plaats van vertelt

* technieken: informatievoorsprong, informatieachterstand, zintuiglijk beschrijven, tonen in plaats van vertellen

Slide 8 - Tekstslide

3. autobiografisch schrijven
* Beschrijf je slechtste of je beste dag. De algemene informatie tips van opdracht 1 en 2 zijn hier ook van toepassing.

Slide 9 - Tekstslide

AUTOBIOGRAFISCH
waar was je? /was het ochtend, middag of avond?/wat zag je om je heen aan mensen/dingen/kleuren?/wat voor geluiden hoorde je?/was je alleen of met anderen? zo ja, met wie?/hoe was de sfeer?/ wat deed je op dat moment? etc.

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoelen

* je weet wat een plot is

* je weet wat spanning in een verhaal is en hoe je dat opbouwt

* je weet wat autobiografisch schrijven is

Slide 11 - Tekstslide

leerdoelen

* je kunt op een aansprekende manier een kort verhaal schrijven

* je kunt op een aansprekende manier je eigen ervaringen beschrijven

* je kunt de regels van zinsbouw, stijl en spelling toepassen

Slide 12 - Tekstslide

schrijftips

schrijven is schrappen

Laat de volgende woorden zoveel mogelijk weg: terwijl, toen, dus, toch, vaak, soms, meestal, namelijk, heel, maar, uiteindelijk, eigenlijk etc.

Slide 13 - Tekstslide

voorbeelden

de vrouw is heel slim --> beter: de vrouw is slim

We moeten op een stralingsmeter gaan staan, die controleert of er radioactieve deeltjes op ons lichaam zitten. Ik kijk naar het stof op mijn arm en mouw. Maar het apparaat gaat niet af.

Slide 14 - Tekstslide

laat hww weg

laat hulpwerkwoorden zoveel mogelijk weg: zullen, kunnen, moeten, willen, mogen, worden, gaan etc.

Jan zal straks naar school gaan --> Jan gaat straks naar school

Debbie was aan het vakantievieren --> Debbie vierde vakantie

Slide 15 - Tekstslide

schrijf beeldend

niet: Jan kijkt uit het raam, wel: Jan staart uit het raam/Jan tuurt door het raam

niet: twee oude mannen praten met elkaar op een bankje, wel:

twee oude mannen keuvelen/discussieren/ schreeuwen etc.

Slide 16 - Tekstslide

schrijf beeldend

niet: de hond doet gemeen, wel: de hond bijt/verscheurt etc.

niet: oma komt naar huis, wel: om rijdt in haar scootmobiel naar huis

KORTOM: als je schrijft, moet de lezer het als ware als een film voor zich zien

Slide 17 - Tekstslide

tonen i.p.v. vertellen

1. "Er werd bij mij ingebroken en ik was bang."

2. "Ik hoorde geritsel op de gang. Mijn adem stokte. Een druppel zweet liep langs mijn voorhoofd. Was het een man? Ik hoorde voetstappen...Mijn mond was droog. Langzaam, om geen geluid te maken, pakte ik een zware kandelaar van tafel."

Slide 18 - Tekstslide

aan de slag

* lees eerst de opdrachten goed door

* kies met je schrijfmaatje welke opdracht je gaat schrijven

* ga brainstormen en zet een aantal ideeen in google docs

* deel je document met a.rose@greijdanus.nl



Slide 19 - Tekstslide

aan de slag

* maak een document aan (google docs): deel dat met a.rose@greijdanus.nl (namen tweetal vermelden)

* vijf minuten brainstormen, daarna 'gewoon' beginnen met schrijven

* geen horrorverhalen o.i.d. , wel realistische verhalen!

Slide 20 - Tekstslide

Aanwijzingen

* 1A4 tot maximaal anderhalf A4 (het is een kort verhaal);

* eerst schrijven, dan schrappen;

* klaar? Kritische feedback vragen aan ander tweetal;

* titel, zinsbouw, spelling etc.

Slide 21 - Tekstslide