wk 43: les 2

Vrijdag 29 oktober - G2b
  • 10 minuten stillezen
  • Uitleg fictieopdracht
  • Aan de slag!


timer
10:00
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vrijdag 29 oktober - G2b
  • 10 minuten stillezen
  • Uitleg fictieopdracht
  • Aan de slag!


timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je...
...de regels van werkwoordspelling herhaald.
...geleerd wat een samengestelde zin is.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les ga je...
...leren hoe de fictie-opdracht eruit ziet.
...oefenen met hoe je een samengestelde zin kunt herkennen.

Slide 3 - Tekstslide

Fictie-opdracht: spreken en fictie
De opdracht staat op SOM, Vakken, Jaarbijlagen

  • In groepjes van 9 (we delen de klas in drie)
  • Elevator pitch (individueel, tenzij je een groepje hebt)
  • Geef aan mij de titel van je boek door via de link van je docent
  • Tijd: 1,5 - 2 minuten per persoon
  • Argumenten: SEXI (State, EXplain, Illustrate)
  • Je levert van tevoren je spreekplan in! Dit is een deel van je cijfer.

Slide 4 - Tekstslide

Fictiebegrippen jaar 1
    Fictie, non-fictie
    Hoofdpersonen, bijfiguren, medespelers, figuranten
    Personages beschrijven
    Beoordelingswoorden
    Vertelperspectief
    Thema
    Intertekstualiteit
    Citeren = "De jongen...naar huis" (blz. 22-23).

Slide 5 - Tekstslide

Good practice elevator pitch
  • Inleiding
  • Middenstuk - 3 SEXI argumenten
  • Slot

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag!
Lees de uitleg en maak de vragen op de volgende slides.

Slide 7 - Tekstslide

Enkelvoudig of samengesteld?

Jochem zit in V2c.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 8 - Quizvraag

Enkelvoudig of samengesteld?
Hij zei dat hij meer dan drie uur getennist had.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 9 - Quizvraag

Enkelvoudig of samengesteld?
Twee dagen geleden is hij 14 jaar geworden.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 10 - Quizvraag

Enkelvoudig of samengesteld?
Het is al laat, maar ik kom toch vanmiddag.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 11 - Quizvraag

Enkelvoudig of samengesteld?
Ons hele gezin gaat elk jaar naar een pretpark.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 12 - Quizvraag

Bepaal in onderstaande zinnen: samengesteld of enkelvoudig?

Hij weet wat hij kan.
A
samengesteld
B
enkelvoudig

Slide 13 - Quizvraag

Enkelvoudig of samengesteld?
Het is al laat, maar ik kom toch vanmiddag.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 14 - Quizvraag

Is de volgende zin enkelvoudig of samengesteld?

Als je nu niet doorloopt, krijg je een knal.
A
Enkelvoudig
B
Samengesteld

Slide 15 - Quizvraag

Het huis (branden) vorige week helemaal af.
Stap 1: pv ja/nee?
Stap 2: welke ww-vorm?
Stap 3: pas de juiste regel toe.

Slide 16 - Open vraag

Hoeveel uur heb jij afgelopen weekend (netflixen)?
Stap 1: pv ja/nee?
Stap 2: welke ww-vorm?
Stap 3: pas de juiste regel toe.

Slide 17 - Open vraag

De kinderen kwamen (gieren) van het lachen de klas binnen.
Stap 1: pv ja/nee?
Stap 2: welke ww-vorm?
Stap 3: pas de juiste regel toe.

Slide 18 - Open vraag

We willen (schaatsen) op de Vechtse Banen.
Stap 1: pv ja/nee?
Stap 2: welke ww-vorm?
Stap 3: pas de juiste regel toe.

Slide 19 - Open vraag

Werkwoordspelling
We gaan nu samengestelde zinnen combineren met de regels voor werkwoordspelling.
We beginnen met de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Noteer ook het voegwoord.

Slide 20 - Tekstslide

Hij (binden) het touw stevig vast, zodat het niet los gaat.
Voegwoord =

Slide 21 - Open vraag

Waarom antwoord jij altijd kwaad, als Jan jou niet direct (antwoorden).
Voegwoord =

Slide 22 - Open vraag

Het geeft niet of het lang duurt, ik (raden) je aan rustig te wachten.
Voegwoord =

Slide 23 - Open vraag

Werkwoordspelling
We gaan nu samengestelde zinnen combineren met de regels voor werkwoordspelling.
We gaan verder met de persoonsvorm in de verleden tijd. Noteer ook het voegwoord.

Slide 24 - Tekstslide

Toen men hem vroeg wat hij ging doen, (antwoorden) hij, dat hij dat nog niet wist.
Voegwoord =

Slide 25 - Open vraag

Hij (beloven) dat hij flink zal aanpakken.
Voegwoord =

Slide 26 - Open vraag

Zijn vader (verwachten) niet anders van hem, omdat hij hoge eisen stelde.
Voegwoord =

Slide 27 - Open vraag

Werkwoordspelling
We gaan nu samengestelde zinnen combineren met de regels voor werkwoordspelling.
We gaan verder met de het voltooid deelwoord.
Noteer ook het hulpwerkwoord.

Slide 28 - Tekstslide

Gisteren hoorden we dat er een inbraak is (plegen) bij onze buren.
Hulpwerkwoord =

Slide 29 - Open vraag

De politie heeft de volgende dag de daders (arresteren).
Hulpwerkwoord =

Slide 30 - Open vraag

Hij had in de tuin veel sporen (achterlaten).
Hulpwerkwoord =

Slide 31 - Open vraag

Einde van deze les

Slide 32 - Tekstslide