Bloed en stolling perioden lessen

1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertel je naam je leeftijd + waar je werkt +1 onderdeel waar je goed in bent.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wil je begeleid worden voor het vak
medk
Wat heb jij nodig?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerpen eerste perioden 
Week 2 - Bloedsamenstelling 
week 3 -Anemie
Week4 -Bloed stolling
week 5 -Aandoeningen bloed  
week 6- Letsels beweging apparaat
week 7-  Letsels beweging apparaat
week 8 - Facturen
week 9 - facturen + Herhaling 
week 10- Toetsing 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les doel 
Aan het eind van deze les 
  • Weet je waar bloed uit bestaat
  • Functie van Bloed 
  • Weet je wat  bestanddelen van het bloed zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anatomie en fysiologie
Functies bloed
  • Stoffen vanuit het spijsverteringskanaal die ons energie leveren komen in het bloed terecht
  • Dit wordt vervoerd naar verschillende plaatsen in het lichaam
  • Zuurstof wordt naar alle lichaamscellen vervoerd
  •   Afvalstoffen worden via het bloed weer afgevoerd/opgeruimd

Functies van het bloed?
  • Centrale verwarming en zorgt voor constante lichaamstemperatuur(T38) & zuurgraad (Ph 7,35-7,45)
  • Vervoer van zuurstof en kooldioxide door het lichaam(5x stroperig water)
  • Herkenbaar en onschadelijk maken schadelijke stoffen en ziekteverwekkers (afweer)
  • Stolling
  • Verspreiding van hormonen door het lichaam en afvoeren van afvalstoffen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel bloed heeft een mens?
A
ruim 7 liter
B
ruim 5 liter
C
ruim 3 liter
D
ruim 9 liter

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de pH van het bloed?
A
7,1
B
7,0
C
2,4
D
7,4

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Lymfocyten= Basis afweer geheugen virussen
Granulocyten= Vernietigen de indringers 
Trombocyten: Kleine blaasjes gevuld met afweer( spelen op bij een allergie)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Monocyten = Vernietigen de indringers
Lymfocyten= Basis afweer geheugen virussen
Granulocyten=Kleine blaasjes gevuld met afweer( spelen op bij een allergie)

Worden gemaakt in de ronde beenderen botten. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze zitten in de  mild 
celfragmenten= zijn kleine kleurloze celfragmenten die ons bloed laten klonteren en bloeding stoppen.

Cytoplasma afsnoeringen Megakaryocyten

Waaruit bestaat bloed?
A
Erytrocyten en leukocyten
B
Erytrocyten en bloedplaatjes
C
Erytrocyten, leukocyten en bloedplaatjes
D
Erytrocyten, leukocyten en trombocyten

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt bloed gemaakt?
A
Lever
B
Milt
C
Rood beenmerg
D
Hart

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Link

Deze slide heeft geen instructies

INR
INR is een maat voor de stollingstijd van het bloed, het staat voor International Normalized Ratio. Het geeft aan hoe snel het bloed stolt. Van nature is de INR waarde 1; een INR waarde van 3 betekent dat het bloed 3 keer zo langzaam stolt.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat zegt de INR?
HOOG:
Kans op spontane bloedingen

LAAG:
Kans op stolsels
Risico op trombose

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Categorieën antistollingsmedicatie
  • Trombocyten aggregatie remmers 
  • Vitamine K antagonisten
  • Directe werkende orale anticoagulantia (DOAC)
  • Heparinen
  • Trombolytica

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anemie
  • Bloedarmoede;
  • Hemoglobinegehalte is gedaald beneden de normaalwaarde;
  • Mannen normaalwaarden: 8,5-11,0 mmol/liter
  • Vrouwen normaalwaarden: 7,5-10,0 mmol/liter
  • Klachten: bleekheid, kortademigheid, hoofdpijn, oorsuizen, lusteloosheid, duizeligheid en collapsneiging;
  • Drie typen anemie: microcytaire anemie, macrocytaire anemie, normocytaire anemie. 

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anemie
Indeling op basis van oorzaak

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anemie: indeling op basis van oorzaak
  1. Gestoorde aanmaak: beenmergafwijking, gebrek aan foliumzuur, vit. B12, EPO
  2. Verhoogde afbraak: infecties, afwijkende opbouw hemoglobine
  3. verhoogd verlies: acuut/ chronisch bloedverlies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies