Vriijdag 14 febr Los of aaneenschrijven

Los of aaneenschrijven?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Los of aaneenschrijven?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cursus naakt modellentekenen gaat van start.
Cursus naaktmodellentekenen gaat van start.

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Blok 4: los en aaneenschrijven
Samengestelde woorden zijn woorden die je aaneen schrijft

Welke woorden schrijf je aaneen?
Samengestelde zelfstandige naamwoorden: zaalvoetbalploeg (zaal+voetbal+ploeg)
Bij een tweedelige eigennaam > spatie: Louis Vuittontas, Lady Gagafan
Samengestelde bijvoeglijk naamwoorden schrijf je aaneen: ruimdenkend, hoogdravend
Samengestelde werkwoorden: stukmaken, televisiekijken, vioolspelen, lesgeven
Combinaties van een bijwoord met een voorzetsel of twee bijwoorden schrijf je aaneen: erin, hierdoor, daarboven, waarheen, aaneen

Maar: herrie maken, film kijken, gitaar spelen, omdat deze combinatie een woordgroep vormt (en dus geen samenstelling!)


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aaneenschrijven of los?
4 Combinaties van er, hier, daar, waar + voorzetsel (voornaamwoordelijke bijwoorden) eroverheen, waardoor, hiertussen, erdoorheen

Let op: Dit geldt niet voor voorzetsels die horen bij een splitsbaar werkwoord:
- Dat hangt ervan af. (afhangen)
- Pak je het cadeau daar in? (inpakken)
- Ik ga ervan uit dat het zal lukken. (uitgaan)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Woordgroepen, samenstellingen en afleidingen
MAAR 
  • het onderscheid tussen samenstellingen en woordgroepen is niet altijd scherp te trekken.
          'aaneenschrijven' >< 'los schrijven'
          'rodekool' >< 'witte kool'
  • de regels bieden dus niet altijd een uitkomst en je moet vaak het Groene Boekje raadplegen.
     

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aaneenschrijven of met een koppelteken? 

a) Aaneenschrijven van samenstellingen zonder tussenklank 
9. Getallen in woorden schrijf je aaneen:
  • tot duizend: negenentachtig, tweehonderdvijftig
  • veelvouden van honderd en duizend: twintigduizend, vijfhonderd, tweeduizend
→ In alle andere gevallen schrijf je ze los: vijfenvijftig miljoen, vijfduizend tweehonderdzesenveertig
→ In een breukgetal schrijf je teller en noemer los, behalve als die deel uitmaken van een meerledige samenstelling: drie vierde, twee derde, twee vijftiende (2/15), een tweederdemeerderheid 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aaneenschrijven of los?

  • Spring maar achterop bij mij, achter op mijn fiets.



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aaneenschrijven of los?

  • Spring maar achterop bij mij, achter op mijn fiets.



Staat voor een voorzetsel.
(Geen voornaamwoord of 
zelfstandig naamwoord
(eventueel met lidwoord)



Staat voor een (bezittelijk) voornaamwoord.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Los of aaneenschrijven?
centrale + verwarming + installatie
A
centrale verwarmingsinstallatie
B
centraleverwarming installatie
C
centraleverwarmingsinstallatie
D
centrale-verwarmingsinstallatie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

los of aaneenschrijven?
Zwarte + Cross + kaartjes
A
Zwarte Crosskaartjes
B
ZwarteCrosskaartjes
C
zwarte crosskaartjes
D
ZwarteCross kaartjes

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Los of aaneenschrijven?
Eigen + belang
A
Eigenbelang
B
Eigen belang
C
Mag alletwee, maar betekenisverschil

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Los of aaneenschrijven?
Tweedehands + fietsen + winkel
A
tweedehands fietsenwinkel
B
Tweedehandsfietsenwinkel
C
tweedehands fietsen winkel

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Los of aaneenschrijven?
Stille + Oceaan + gebied
A
Stille Oceaangebied
B
Stille-Oceaan gebied
C
Stille-Oceaangebied

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke is juist?
A
hybrideauto
B
hybride auto
C
hybride-auto
D
hybrideäuto

Slide 14 - Quizvraag

Hoe schrijf je de combinatie van hybride en auto? Is het hybrideauto, hybride-auto of hybride auto?
Dat is allemaal mogelijk.
Hybride is zowel een zelfstandig naamwoord (de hybride) als een bijvoeglijk naamwoord (‘iets is hybride’). Met het zelfstandig naamwoord hybride kunnen samenstellingen gevormd worden: hybridetechniek, hybridefiets, hybridetrend - en dus ook hybrideauto. De klemtoon ligt steeds op het woorddeel hybride. Voor de leesbaarheid kan hybride-auto ook met een koppelteken geschreven worden, wat gezien de verwarring die de combinatie eau kan opleveren, wel raadzaam is.
Wie hybride als bijvoeglijk naamwoord beschouwt, kan het los voor een zelfstandig naamwoord zetten: een hybride auto. De klemtoon ligt dan, anders dan in een samenstelling, op het tweede deel: hybride áúto. In de praktijk worden combinaties met hybride op beide manieren gevormd. Wel is de neiging tot aaneenschrijven sterker naarmate de combinatie vaster is; dat is bij de auto het geval, en daarom schrijven we bij Onze Taal hybride-auto.
Los of aaneenschrijven?
ten + laste + legging
A
ten lastelegging
B
tenlaste legging
C
tenlastelegging

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Los of aaneenschrijven?
elektro + monteur
A
elektro-monteur
B
elektromonteur
C
elektro monteur

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Los of aaneenschrijven?
rode + bieten + carpaccio
A
rodebietencarpaccio
B
rode bietencarpaccio
C
rodebieten carpaccio
D
rode-bietencarpaccio

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor ma 24 februari
Maken opdr. 1 t/m 6 Havo



Maken 1 t/m 5 VWO
Dictee op school



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies