24 BBL Voeding en maaltijden Module A (2)

24 BBL Voeding en maaltijden Module A (2)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

24 BBL Voeding en maaltijden Module A (2)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.22 Principes
Over welke principes hebben we het?
Waardoor laten we onze voedingspatroon beïnvloeden?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedingspatronen
op basis van principes
WELKE?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

2.23 Koolhydraten en bloedsuikerspiegel 
Eerst 5 kennisvragen !!!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreek je van een lage bloedsuikerspiegel?
A
Als er een tekort is aan vetten
B
Als er een tekort is aan eiwitten
C
Als er een tekort is aan koolhydraten
D
Als je te weinig insuline aanmaakt

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan je het beste doen om een lage bloedsuikerspiegel te voorkomen?
A
Heel veel snelle koolhydraten in nemen
B
Zorgen voor een evenwichtig eetpatroon
C
Extra sporten
D
Grotere porties eten

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn voorbeelden van snelle koolhydraten?
A
Brood, fruit, groenten
B
Koek, volkoren brood, pasta
C
Melk, noten, vis
D
Koek, snoep, gebak

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voordeel van de langzame koolhydraten?
A
Weerstand verbetert
B
Je hebt direct veel suiker in je bloed
C
Je bent langer energiek
D
A, B en C zijn goed

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk een ontbijt met langzame koolhydraten en eiwitten

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slap gevoel, trillen, verlies concentratie -> zin in iets zoets -> bloedsuikerspiegel laag -> brandstof nodig ​


Glucose = brandstof -> levert energie​

https://www.youtube.com/watch?v=4TOLIkS2msA​




Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

DUS
Evenwichtig eetpatroon -> hoeveelheid eetmomenten”​
Zo min mogelijke ‘snelle’ koolhydraten -> koek, gebak, frisdrank​
Eet veel ‘langzame’ koolhydraten -> volkorenproducten​
Goede balans tussen hoeveelheid voeding en activiteiten​

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.24 Diabetes​
Alvleesklier maakt geen of te weinig insuline.​

Insuline nodig voor de opname van glucose (koolhydraten) in de cellen​


https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/heb-ik-diabetes​




Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diabetes type 1
Geen aanmaak insuline
Insulineafhankelijk 



* alle leeftijden / van heel jong
Diabetes type 2
Wel aanmaak van insuline maar onvoldoende 
 
Dieet, aanpassen 
leefstijl +
 soms medicatie
* vooral ouderen, mensen met overgewicht

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypo / hyper​
Hypo = een te laag bloedsuikerspiegel​

               Symptomen: wisselend humeur, hoofdpijn, moeheid, zweten, ​
                trillen, duizeligheid, honger, in coma raken

Hyper = een te hoog bloedsuikerspiegel​
                Symptomen: moeheid, droge tong, veel dorst, vaak plassen,​
                flauwvallen, in coma raken​

BELANGRIJK: regelmatig eten, opletten op de inspanning, ​







Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

symptomen diabetes

Slide 17 - Tekstslide

wat te doen bij een hypo of hyper?
hypo: toedienen glucose
indien niet bij bewustzijn intraveneus
of intra musculair of subcutaan

wel bij bewustzijn, siroop, druivensuiker
dit werkt snel maar kort
langwerkend is een bruine boterham

hyper:
bij bewustzijn toedienen vocht en beweging, zodat het teveel aan suiker wordt opgelost, snelwerkende insuline
buiten bewustzijn dan direct 112
Let op bij
Zorgvrager met diabetes. 
Waarom ? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk bij hypo/hyper
Laat de cliënt niet alleen.
Zorg voor een veilige omgeving.
Laat de cliënt insuline of koolhydraten nemen (bijvoorbeeld druivensuiker).
Laat de cliënt veel drinken.
Lijkt dat niet te helpen, dan kan de cliënt in coma raken. Bel dan 112!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.25 Diëten
= een aanpassing in het voedingspatroon

Groepsopdracht: 
Vertel kort wat over het dieet  / de aanpassing
Reden voor dit dieet
Geef voedingsadviezen
Maak 2 quizvragen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keuzes -> korte presentatie !!!
1. Energiebeperkt dieet
2. Energieverrijkt dieet
3. Natriumbeperkt dieet
4. Lactosevrij dieet
5. Glutenvrij dieet
6. Eiwit beperkt / verrijkt dieet
7. Veganistisch

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies