Executieve functies

Executieve functies
Het bewust sturen van je gedrag
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1-3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Executieve functies
Het bewust sturen van je gedrag

Slide 1 - Tekstslide

To do today
  • Opdracht week 2 nabespreken
  • Oefenen met executieve functies 
      herkennen
  • Observaties delen van je stage
  • Leervragen opstellen

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht week 2 nabespreken
1. Wat zijn executieve functies?
2. Waarvoor gebruik je executieve functies?
3. Wanneer wordt duidelijk hoe goed een executieve functie ontwikkeld is bij iemand?
4. Hoe kun je de executieve functies ontwikkelen? (Wat is daarvoor nodig?)

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn executieve functies?

Slide 4 - Open vraag

Waarvoor gebruik je executieve functies?

Slide 5 - Open vraag

Wanneer wordt duidelijk hoe goed een executieve functie ontwikkeld is bij iemand?

Slide 6 - Open vraag

Hoe kun je de executieve functies ontwikkelen? (Wat is daarvoor nodig?)

Slide 7 - Open vraag

Wat hoort waarbij: gedrag
Welke omschrijving hoort bij welke executieve functie?
Sleep de functie naar de juiste omschrijving.

LET OP: Als de functie daar niet bij past, dan schiet deze terug naar zijn plaats.

Slide 8 - Tekstslide

Reactie-inhibitie
Organisatie
Timemanagement
Werkgeheugen
Metacognitie
Emotieregulatie
Volgehouden aandacht
Taakinitiatie
Flexibiliteit
Doelgericht gedrag
Planning
Na te denken voor we iets doen, gedrag beïnvloeden
Het vermogen om dingen te kunnen ordenen
Het kunnen formuleren en realiseren van een doel, zonder afgeleid te worden
Het op efficiënte wijze op tijd beginnen aan een taak
Eerder geleerde vaardigheden toepassen in nieuwe situaties
Aan kunnen passen aan veranderde omstandigheden

Slide 9 - Sleepvraag

Reactie-inhibitie
Organisatie
Timemanagement
Werkgeheugen
Metacognitie
Emotieregulatie
Volgehouden aandacht
Taakinitiatie
Flexibiliteit
Doelgericht gedrag
Planning
Emoties kunnen beheersen om gedrag te controleren
Het vermogen om aandacht ergens bij te houden ondanks afleiding of verveling
Een plan kunnen maken en kunnen prioriteren
Kunnen inschatten hoeveel tijd je ergens voor nodig hebt
Op afstand kunnen kijken naar jezelf en je gedrag

Slide 10 - Sleepvraag

Wat hoort waarbij: problemen
Sleep de executieve functie naar het probleem dat de persoon kan hebben als deze executieve functie niet goed ontwikkeld is.

Welk gedrag (moeite hebben met..) hoort bij welke executieve functie?

Slide 11 - Tekstslide

Reactie-inhibitie
Organisatie
Timemanagement
Werkgeheugen
Metacognitie
Heeft moeite met iets op tijd af krijgen
Merkt niet hoe anderen reageren op zijn of haar gedag
Is vaak spullen kwijt, leefomgeving is rommelig
Kan de taak niet afmaken want is snel afgeleid
Is snel overstuur bij plotselinge veranderingen, vindt open eindes moeilijk
Heeft vaak last van boosheid, herstelt langzaam van teleurstelling
Emotieregulatie
Volgehouden aandacht
Taakinitiatie
Flexibiliteit
Doelgericht gedrag
Planning
Moeite met langetermijn, kan geen tijdsplanning maken
Vergeet opdracht, kan zich moeilijk concentreren op een taak
Houdt moeilijke taken niet vol, maakt dingen niet af
Heeft moeite met op zijn beurt wachten, flapt zomaar dingen eruit
Moet eraan herinnert worden om te beginnen met een taak

Slide 12 - Sleepvraag

Observaties delen van je stage.
Heb je gedrag waargenomen bij een cliënt wat je kan linken aan een executieve functie?
JA
NEE

Slide 13 - Poll

Deel je ervaring

Slide 14 - Tekstslide

Stel je leervraag op.
Wat zou je nog willen weten over executieve functies?

Slide 15 - Open vraag