Hoofdlettergebruik

Hoofdlettergebruik
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdlettergebruik

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Na deze les weet je hoe je hoofdletters op de juiste manier gebruikt en leer je twee uitzonderingen.

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een hoofdletter?
  • Begin van een zin
  • Namen van personen
  • Organisaties, merken en producten
  • Aardrijkskundige namen
  • Historische gebeurtenissen

Slide 3 - Tekstslide

Begin van een zin
  • Vandaag ga ik naar school

    Uitzonderingen:
  • 's Avonds ga ik sporten
Als de zin begint met een verkort woord, schrijf je het volgende woord met een hoofdletter. 

  • 75 procent van de werknemers moet thuiswerken i.v.m. de PSBB.
Als de zin begint met een cijfer of ander teken schrijf je geen hoofdletter.

Slide 4 - Tekstslide

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
's Avonds ga ik naar Johan
B
'S avonds ga ik naar Johan
C
's avonds ga ik naar Johan
D
's avonds ga ik naar johan.

Slide 5 - Quizvraag

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
Morgen krijg ik les van meneer veen
B
morgen krijg ik les van meneer Veen
C
Morgen krijg ik les van meneer Veen
D
Morgen krijg ik les van Meneer veen

Slide 6 - Quizvraag

Organisaties, merken en producten
  • Philips
  • Ford
  • PvdA
  • iPhone
  • Coca Cola

Slide 7 - Tekstslide

Aardrijkskundige namen
  • Landen --> Nederland
  • Talen  --> Nederlands,  Fries
  • Steden --> Utrecht
  • Rivieren --> de Rijn
  • Straten --> Bosweg

Slide 8 - Tekstslide

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
Het hoofdkantoor van philips staat in amsterdam.
B
Het hoofdkantoor van philips staat in Amsterdam.
C
het hoofdkantoor van Philips staat in Amsterdam.
D
Het hoofdkantoor van Philips staat in Amsterdam

Slide 9 - Quizvraag

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
In het zuiden van Nederland verstaan ze geen Twents.
B
In het Zuiden van Nederland verstaan ze geen Twents.
C
In het zuiden van nederland verstaan ze geen Twents.
D
In het zuiden van Nederland verstaan ze geen twents.

Slide 10 - Quizvraag

Historische gebeurtenissen
Kerstmis  --> kerstdagen
Moederdag --> moederdagcadeau
Eerste Wereldoorlog

Dagen en maanden --> kleine letter
november
maandag

Slide 11 - Tekstslide

In welke zin worden alle hoofdletters goed toegepast?
A
Tijdens de Golfoorlog werd er gevochten op de Kerstdagen.
B
Tijdens de golfoorlog werd er gevochten op de kerstdagen.
C
Tijdens de Golfoorlog werd er gevochten op de kerstdagen.
D
Tijdens de golfoorlog werd er gevochten op de Kerstdagen.

Slide 12 - Quizvraag

Huiswerk
Op Niveau
  • Lezen 4.4 en opdracht 26 maken
  • Opdracht 27 (au of ou) 
  • Vandaag je leesverslag inleveren!

Slide 13 - Tekstslide