Toets Vertering

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Herhaling Vertering

Oefentoets + binasopdrachten

Juist of onjuist?
Gal bevat verteringsenzymen.

1. juist
2. onjuist

Trypsine is een enzym dat eiwitten afbreekt. Sommige mensen hebben een aandoening waardoor ze te weinig trypsine aanmaken. Wat is het directe gevolg van deze ziekte?

1. Er worden te weinig eiwitten opgenomen
2. Er worden te veel eiwitten opgenomen
3. Bepaalde aminozuren kunnen niet gesynthethiseerd worden

Hieronder worden vier beweringen gedaan over de dikke darm in het lichaam van de mens. Slechts één bewering is juist.
Welke van de onderstaande beweringen over de dikke darm is juist?

1. in de dikke darm begint het emulgeren van vetten
2. in de dikke darm begint het verteren van koolhydraten
3. door de wand van de dikke darm wordt water in het bloed opgenomen
4. door de wand van de dikke darm worden verteringsenzymen gevormd

Welk hormoon speelt geen rol bij de vertering van voedsingsstoffen?

1. gastrine
2. secretine
3. insuline
4. cholecystokinine

Pepsinogeen wordt in de maag zelf omgezet in actief pepsine. Waarom daar pas?

1. Het heeft geen functie in de maagwand
2. Er zijn geen eiwitten in de maagwand
3. Anders maakt het cellen van de maag stuk

De optimum pH voor het enzym pepsine is (Binas 82E)

1. pH= 5,0
2. pH= 6,6
3. pH= 2,5
4. pH= 7,2

Iemand eet een boterham. Van welke voedingsstof begint de vertering door verteringsenzymen al tijdens het kauwen?

1. van zetmeel
2. van eiwitten
3. van vetten
4. van glucose

Het molecuul uit de afbeelding behoort tot de ...

1. sachariden
2. peptiden
3. lipiden

Wat wordt er door peptidasen verteerd? (Wees heel precies in het antwoord!)

1. eiwitten
2. peptase
3. aminozuren
4. polypeptiden

In de alvleesklier worden verteringsenzymen gemaakt en uit de cel getransporteerd. Enzymen zijn eiwitten. Welke organellen zijn dus veel aanwezig in de cellen van de alvleesklier?

1. mitochondriën
2. E.R. en ribosomen
3. ribosomen
4. lysosomen

In de maag van de mens vindt met behulp van het enzym pepsine vertering plaats. Wanneer het voedsel in de 12vingerige darm terecht komt stopt de werking van pepsine. Hoe komt dit?

1. de temperatuur is er hoger hierdoor wordt pepsine onwerkzaam
2. De ph is anders hierdoor wordt pepsine onwerkzaam
3. de toevoeging van gal maakt pepsine onwerkbaar.
4. andere enzymen nemen de vertering over.

Zie de afb. hiernaast van een structuurformule. Dit is
1. ............
Uit de vertering hiervan ontstaat 2.........+.........

1. 1. maltose 2. glucose en glucose
2. 1. sacharose 2. glucose en fructose
3. 1. lactose 2. glucose en galactose
4. 1. sacharose 2. glucose en ribose

Wat is het substraat waarop amylase inwerkt?

1. vetten
2. zetmeel
3. eiwitten
4. glycogeen

Welk enzym wordt geactiveerd in de maag en door wat?

1. Pepsinogeen + pepsine = peptidase
2. Pepsinogeen + HCl = trypsine
3. Pepsinogeen + HCl = peptidase
4. Pepsinogeen + HCl = pepsine

4. Bekijk de afb. Welk enzym kan worden voorgesteld door
P en welk stof door S?

1. P=amylase, S=glucose
2. P=amylase, S=maltose
3. P=peptidase, S=aminozuur
4. P=peptidase, S=dipeptide

Het molecuul uit de afbeelding behoort tot de ...

1. sachariden
2. peptiden
3. lipiden

Wat is GEEN functie van maagsap?

1. omzetting pepsinogeen in pepsine
2. bacteriën doden
3. vergroten oppervlakte van de voedselmassa
4. beschermen maagwand

In de mond verteert het enzym amylase zetmeel. Werkt amylase uit speeksel in de maag nog door? Waarom wel/niet?

1. Wel, want er is nog genoeg zetmeel over
2. Niet, want de temperatuur in de maag is te hoog
3. Niet, want de pH in de maag is te laag

Welk enzym heb je nodig om DNA te verteren tot nucleotiden? (82 E.)

1. nucleasen
2. nucleosidase
3. nucleotidase
4. DNAse

Door cellen in de wand van 12ving.darm wordt het hormoon cholecystokinine (CC) afgescheiden, zodra vetten en gedeeltelijk verteerd voedsel uit de maag in de 12ving.darm komen. CC beïnvloedt de afgifte van gal door galblaas en afgifte enzymen door alveesklier. Remt of stimuleert CC dit?

1. CC remt zowel afgifte gal als afgifte enzymen door alvleesklier
2. CC remt afgifte gal en stimuleert afgifte enzymen door alvleesklier
3. CC stimuleert afgifte gal en remt afgifte enzymen door alvleesklier
4. CC stimuleert zowel afgifte gal als afgifte enzymen door alvleesklier

In dit experiment wordt
maltose gevormd uit zetmeel.
Waardoor neemt de snelheid
van de vorming af na 55 graden??

1. de hoeveelheid zetmeel raakt op
2. de hoge temperatuur zorgt voor denaturatie van de enzymen
3. de hoeveelheid gevormde maltose wordt te hoog
4. de snelheid van enzymen neemt af bij hoge temperatuur

Verteringssappen worden gemaakt in verteringsklieren langs het verteringskanaal, zoals:
‒ darmsapklier;
‒ lever;
‒ maagsapklier;
‒ speekselklier.
In welke volgorde liggen deze verteringsklieren langs het verteringskanaal?

1. Maagsapklier – darmsapklier – speekselklier – lever
2. Maagsapklier – lever – darmsapklier – speekselklier.
3. Speekselklier – darmsapklier – maagsapklier – lever.
4. Speekselklier – maagsapklier – lever – darmsapklier.

Welk verteringssap bevat het enzym lipase?

1. Speeksel
2. Maagsap
3. Alvleessap
4. Darmsap

Welk enzym zal werkzaam zijn in je maag?

1. Pepsine
2. Trypsine
3. Beiden
4. Geen van beiden

Het eindproduct van de vertering van vetten is

1. aminozuren
2. stikstofbasen
3. glucose
4. fosfaten