Waterstofbruggen tekenen (5.1) en mengbaarheid (5.2)
Waterstofbruggen tekenen (5.1) en mengbaarheid (5.2)
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Waterstofbruggen tekenen (5.1) en mengbaarheid (5.2)
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Eerste uur:
herhaling vorige week + afmaken paragraaf 1
Tweede uur:
Paragraaf 5.2 (gevolgen van waterstofbruggen)
Slide 2 - Tekstslide
Wat leer je:
Hoe je waterstofbruggen kunt tekenen
Wat de begrippen micro-, meso en macroniveau betekenen en hoe je dit kan toepassen op een gegeven situatie
wat de begrippen hydrofiel en hydrofoob betekenen en boe je hiermee mengbaarheid van stoffen kun verklaren
hoe emulgatoren en zeep werken
Slide 3 - Tekstslide
apolaire binding en polaire binding
tussen H en H zit dezelfde aantrekkingskracht. Het gedeelde e-paar zit in het midden. Geen 'pooltjes'. De binding is apolair.
tussen Cl en H zit verschillende aantrekkingskracht, Cl trekt harder. Het gedeelde e-paar zit NIET in het midden. Er ontstaan 'pooltjes': de binding is polair.
Aantrekkingskracht tussen δ+ van ene molecuul en δ- van het andere molecuul
Bindingen die H-bruggen vormen (en die jullie moeten weten)
-OH
-NH
-FH
δ+ zit op de H
δ- zit op het andere atoom in de binding
Waterstofbruggen
Slide 5 - Tekstslide
Waterstofbruggen tekenen
Teken de structuurformule van ammoniak.
Zet δ+ en δ- bij de juiste atomen.
Doe hetzelfde voor water
Geef met een stippellijn de waterstofbrug aan tussen het atoom met de δ+ van het ene molecuul en het atoom met de δ- van het andere molecuul.
Teken waterstofbruggen tussen een molecuul ammoniak en een molecuul water
Slide 6 - Tekstslide
Waterstofbruggen tekenen
Teken de structuurformule van ammoniak.
Zet δ+ en δ- bij de juiste atomen.
Doe hetzelfde voor water
Geef met een stippellijn de waterstofbrug aan tussen het atoom met de δ+ van het ene molecuul en het atoom met de δ- van het andere molecuul.
Teken waterstofbruggen tussen een molecuul ammoniak en een molecuul water
Slide 7 - Tekstslide
Waterstofbruggen tekenen
Teken de structuurformule van ammoniak.
Zet δ+ en δ- bij de juiste atomen.
Doe hetzelfde voor water
Geef met een stippellijn de waterstofbrug aan tussen het atoom met de δ+ van het ene molecuul en het atoom met de δ- van het andere molecuul.
Teken waterstofbruggen tussen een molecuul ammoniak en een molecuul water
Slide 8 - Tekstslide
Waterstofbruggen tekenen
Teken de structuurformule van ammoniak.
Zet δ+ en δ- bij de juiste atomen.
Doe hetzelfde voor water
Geef met een stippellijn de waterstofbrug aan tussen het atoom met de δ+ van het ene molecuul en het atoom met de δ- van het andere molecuul.
Teken waterstofbruggen tussen een molecuul ammoniak en een molecuul water
Slide 9 - Tekstslide
Nog eentje?
Teken de structuurformule van propaan-1-ol (3x)
Zet δ+ en δ- bij de juiste atomen.
Doe dit voor alle moleculen propaan1-ol
Geef met een stippellijn de waterstofbrug aan tussen het atoom met de δ+ van het ene molecuul en het atoom met de δ- van het andere molecuul.
Teken waterstofbruggen tussen drie moleculen propaan-1-ol
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
apolaire binding en polaire binding
tussen H en H zit dezelfde aantrekkingskracht. Het gedeelde e-paar zit in het midden. Geen 'pooltjes'. De binding is apolair.
tussen Cl en H zit verschillende aantrekkingskracht, Cl trekt harder. Het gedeelde e-paar zit NIET in het midden. Er ontstaan 'pooltjes': de binding is polair.
H2
HCl
Slide 12 - Tekstslide
Soort zoekt soort
Polair mengt met polair
apolair mengt met apolair
(en andersom niet)
Slide 13 - Tekstslide
Hydrofiel & hydrofoob
Stoffen met polaire moleculen zijn hydrofiel (mengen goed met water).
Stoffen met apolaire moleculen zijn hydrofoob (mengen slecht met water).